Het tracé van de Oesterdam en de omkading van het Markiezaat van Bergen op Zoom er voorbereiding van de beslissing over het acé van de Oesterdam en de omkading van et Verdronken Land van het Markiezaat van ergen op Zoom - verder 'het Markiezaat' - door de Commissie Compartimentering osterschelde een analyse opgesteld, die in t artikel wordt samengevat. De nota waarin eze analyse is opgenomen wordt in novem- ar 1977 aan de Minister van Verkeer en aterstaat en de provinciale besturen van eeland en Brabant aangeboden. De inspraak- ocedure via de Raad van de Waterstaat zal egin 1978 op gang komen. Wel is er al een oorlichtingsavond gehouden in de gemeente holen. et oostelijk deel van de Oosterschelde estaat uit platengebieden, die ongeveer in est-oostrichting door twee stroomgeulen orden gescheiden, namelijk het Tholense at en het Marolle Gat. In noord-zuidrichting ordt het gebied doorsneden door de chelde-Rijnverbinding. Bij de aanleg van it kanaal is in 1972 westelijk van Bergen op oom het eiland Molenplaat aangelegd als pecieberging. In het zuidelijke en oostelijke eel van het gebied bevinden zich ondiepe srreinen. Dit zijn schorren en slikken, waar- an de natuurwaarde hoog wordt aangeslagen. De analyse van de Commissie Compartimen- sring Oosterschelde gaat er van uit dat de 'hilips- en de Oesterdam in 1985 zullen /orden gesloten, terwijl op de Oosterschelde og een ongedempt getij heerst. Daartoe ioet medio 1978 worden begonnen met de anleg van een werkeiland met bouwput voor Ie schutsluis in de Oesterdam. Deze sluis ordt gesitueerd aan de zuidzijde van het Tholense Gat, op de rand van de Speelmans platen. Over de dam zal een enkelbaansweg worden aangelegd met een parallelweg, die op Zuid-Beveland kan aansluiten op Rijks weg 258 en op Tholen op de secundaire weg nr. 6. Het tracé van de Oesterdam is voor de analyse verdeeld in een noordelijk, een mid den- en een zuidelijk deel. Tot het noordelijk deel behoren de aansluiting op Tholen met de aansluitende weg, het dam- gedeelte door het Tholense Gat en de sluis in de Oesterdam. Voor dat deel zijn twee alternatieven opgesteld. In het eerste alter natief ligt de aansluiting op Tholen zo oostelijk mogelijk; de aansluitende weg loopt dan langs de tweede waterkering tussen het westelijk en oostelijk deel van de Schakerloo- polder. Het andere alternatief geeft een meer weste lijke aansluiting op Tholen te zien, waarbij de aansluitende weg een waterscheiding volgt en aangesloten wordt op de weg Tholen - St. Maartensdijk, westelijk van de stad Tholen. Het middelste deel van de Oesterdam, over de Speelmansplaten en door het Marolle Gat, heeft als meest oostelijke begrenzing de Schelde-Rijnverbinding. Ook hier zijn twee alternatieven bestudeerd. Het eerste daarvan, hierna aangeduid als tracé I, behelst een zo oostelijk mogelijk tracé van de Oesterdam, gecombineerd met omkading van het Mar kiezaat. Die omkading is in dit geval nood zakelijk, daar er anders tijdens de bouw van de Oesterdam sterk verhoogde, voor de scheepvaart hinderlijke dwarsstromingen zouden optreden op de Schelde-Rijnverbin ding. Zo'n verslechtering van de situatie voor de scheepvaart tijdens de aanleg van de 77

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1977 | | pagina 23