De aansluiting op Tholen Het noordelijke stuk van de Oesterdam kruist olgens het westelijke tracé een ander dwars profiel van het Tholense Gat dan volgens I et oostelijke. De alternatieven hebben jdens de bouwfase geen wezenlijk ver- chiI lend effect op de stroomsnelheden in l et Tholense Gat, wanneer het werkeiland i iet de bouwput voor de sluis tenminste in et westelijk tracé een zuidelijke situering rijgt. Dit maakt het sluitgat in het Tholense at 350 m langer dan bij het oostelijke tracé, oor de ontgraving van de bouwput, de voor- avens van de sluis en de werkhaven bij het erkeiland komt bij keuze van het westelijke acé 750 000 m3 onbruikbare specie vrij, die ders geborgen moet worden. Bij het andere acé kan het vrijkomende zeezand waar- pijnlijk voor de opbouw van het werkeiland c ebruikt worden. abel II. Vergelijking van de alternatieve tracés voor de Oesterdam. 11 a lib scheepvaart grondmechanica en geologie 0 0 0 tijdschema 0 0 - kosten (min guldens) 180 171 148 peilbeheer 0 0 0 zoutgehalte Zoommeer 0 0 0 algenbloei Zoommeer - - - extra verlies getijdegebied (ha) 0 0 300 milieufunctie 0 - - stroomsnelheden op Yersekebank 0 0 0 uit de pacht te nemen percelen 0 - - wegverkeer 0 0 0 recreatie 0 0 0 industrievestiging 0 0 0 koelwatervoorziening 0 0 0 grondgebruik Tholen - of 0*) 0 0 hangt af van de wegaansluiting op Tholen tamelijk gunstig indifferent tamelijk ongunstig ongunstig Tabel III. Vergelijking alternatieven voor het noordelijke tracé van de Oesterdam. oostelijk westelijk - waterloopkunde 0 0 - kosten (min. guldens) tracé I 180 192 tracé Ma 171 180 tracé lib 148 159 - waterkwaliteit 0 0 - extra verlies getijdegebied (ha) 0 120 - visserij 0 0 - landschap - wegverkeer 0 0 - verlies landbouw grond (ha) 22 10,3 - recreatie 0 0 - archeologie 0 Oppervlakte en inhoud van het zuidelijk deel van het Zoommeer zullen bij allebei de tracés ongeveer even groot zijn. Voor de water kwaliteitsparameters maakt de keuze dan ook niet veel uit. Wel wordt het getijgebied van de Oosterschelde 120 ha groter wanneer het oostelijk tracé wordt uitgevoerd; het inter- tijdegebied wordt 80 ha groter. De op de Oesterdam aansluitende weg op Tholen loopt in beide gevallen door de Schakerloopolder. Het oostelijk tracé wordt vervolgd met een weg die het oostelijk deel van deze polder doorsnijdt, landschappelijk op een weinig gelukkige manier. Kiest men het westelijk tracé, dan ligt het aansluitpunt ongeveer in het midden van de zeedijk van de Schaker loopolder. Het tracé van de aansluitende weg doorsnijdt de polder dan in noordoostelijke richting en valt samen met een bestaande waterloop. Als de schaal van deze weg in overeenstemming is met het omringende landschap, kan het beeld visueel goed worden genoemd. De aansluiting op de secundaire weg nr. 6 op het eiland Tholen is bij beide alternatieven even goed. Er is wel een verschil in ruimte gebruik. Het westelijke tracé legt op Tholen beslag op 22 ha, het oostelijke op 10,5 ha. Het oostelijke tracé brengt mee dat een aantal landbouwpercelen ongunstig wordt doorsneden, met als gevolg nogal wat kleine kavels. Een aantal percelen wordt moeilijk bereikbaar. In het andere geval worden er bijna geen percelen doorsneden, terwijl de ontsluiting van percelen niet wordt verstoord. 81

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1977 | | pagina 27