De invloed van het schutwater van de Kreekraksluizen op de waterkwaliteit van de Ooster- schelde nds 23 september 1975 zijn de Kreekrak- s jizen in de Schelde-Rijnverbinding in bedrijf. E j het schutten wordt kanaalwater op de jsterschelde gebracht. De veronderstelling »rd geuit dat de kwaliteit van het water in kom van de Oosterschelde, althans ten sten van de lijn Yerseke-Gorishoek, zou nnen verslechteren ten gevolge van het I inenkomende schutwater. Het kanaal is i melijk direct verbonden met de Antwerpse vens en indirect met de rivier de Schelde, t artikel beschrijft het onderzoek naar de vloed van het kanaalwater op de water- /aliteit van de kom van de Oosterschelde. et is daartoe niet voldoende alleen een ventarisatie te maken van de hoeveelheden lastende stoffen. Bij het verlaten van de jizen vermengt het schutwater zich met het osterscheldewater en verspreidt het zich in kom van de Oosterschelde. Hierdoor treedt rdunning op. Het patroon van de versprei- ng van het schutwater wordt vooral bepaald 3or de eb- en vloedstromen. Ook voor de rversing is de eb- en vloedbeweging belang- k. Bij eb stroomt water weg uit de kom van 1 Oosterschelde. Bij vloed keert daarvan hter een groot deel weer terug. Door deze en en weer gaande beweging van de water- i assa worden bij eb belastende stoffen af- voerd die bij vloed grotendeels terugkeren. ;n deel van het vloedwater is echter vers, c is water dat nog niet eerder in de kom van Oosterschelde geweest is. Het percentage c dit verse water vormt van het vloedwater, r emt men de verversingscoëfficiënt. Onder loed van het verse water zullen de concen- es belastende stoffen ondanks de voort- g nde lozing evenwichtswaarden bereiken d. ager liggen dan in het schutwater zelf. Dit geldt natuurlijk alleen als de concentratie in het schutwater hoger is dan in het onbelaste Oosterscheldewater. Is het omgekeerde het geval dan zal de concentratie in het Ooster scheldewater verlaagd worden. De grootte van de evenwichtsconcentratie wordt bepaald door de verversingscoëfficiënt en de hoeveelheid geloosde stoffen. De evenwichtsconcentratie wordt niet onmiddellijk na het begin van het schutten bereikt. In de loop van de tijd zal er een steeds afnemende stijging of daling op treden, tot de evenwichtswaarde is bereikt. De concentratie van een bepaalde stof zal op niet alle plaatsen in de kom van de Ooster schelde even sterk veranderen. Gegeven een bepaalde hoeveelheid geloosde stof en een zekere verversingscoëfficiënt wordt de grootte van de verandering bepaald door het versprei dingspatroon van het schutwater. De invloed van het schutwater op de water kwaliteit in de kom van de Oosterschelde is dus afhankelijk van de kwaliteit en kwantiteit van het schutwater, van de verversings coëfficiënt en van het verspreidingspatroon. Deze drie factoren zullen hierna ieder kort besproken worden. De Kreekraksluizen brengen maximaal 1,4 mil joen m3 schutwater per dag op de Ooster schelde, ofwel 16 m3 per seconde. Sinds de opening heeft het Rijksinstituut voor de Zuivering van Afvalwater om de 14 dagen de kwaliteit van het schutwater geïnventari seerd. In de tabel op blz. 97 zijn de resultaten over de periode september 1975-maart 1976 samengevat. Ter vergelijking zijn in deze tabel eveneens de grens- en streefwaarden opgenomen uit het Indicatief Meerjarenprogramma 1975-1979 95

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1977 | | pagina 41