Voor de kom van de Oosterschelde was de verversingscoëfficiënt niet bekend. Hij zou kunnen worden bepaald door aan het schut water lange tijd een merkstof als rhodamine toe te voegen. Uit het transport in de even- wichtssituatie over eb en vloed kan de ver versingscoëfficiënt dan berekend worden. Zo'n experiment zou in de kom van de Oosterschelde echter op erg veel praktische bezwaren stuiten. Het is veel gemakkelijker de proef uit te voeren in het hydraulisch model van de Oosterschelde in het Waterloopkundig Laboratorium in de Voorst. Dit model is een natuurgetrouwe verkleining van de Ooster schelde en er kan een in de werkelijkheid gemeten getij in worden gereproduceerd. Voor de proef ter bepaling van de verversings coëfficiënt werd in het model ter plaatse van de Kreekraksluizen een hoeveelheid water met K /aliteits-parameters van het schutwater van de Kreeksluizen in de periode september 1975 - n aart 1976 (14-daagse waarnemingen). Parameters Eenheid Schutwater I.M.P.-waarden minimum gemid maxi grens streef deld mum waarde waarde ammonium (als N) mg/l 0,1 1,8 3,7 2,0 0,5 nitraat (als N) 2,1 3,0 3,9 4 2 N-Kjeldahl (als N) 1,0 2,8 4,1 3 2 totaal fosfaat (als P) 0,17 0,24 0,31 0,3 0,05 silicium 0,8 3,2 4,5 fluoride 0,8 2,0 2,2 1,2 0,7 T.O.C. 6,4 8,9 13,4 10 20 B.O.D. (T 0,2 2,5 7,2 5 3 O fenolen g/i 5 7 16 5 1 syndets 130 160 220 200 200 kwik 0,1 0,1 0,1 1 0,2 cadmium 0,1 1,1 2,9 5 1 chroom 1 6 11 50 koper 3 7 12 50 10 lood 1 3 5 50 20 nikkel 6 10 13 50 10 _ink 8 38 88 200 10 aecalecoli (eykman) /100 ml 7 250 1300 2000 100 oliformen (mac. Conkey) /100 ml 13 3600 23000 5000 200 97

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1977 | | pagina 43