opnieuw een nota - vooruitlopend op een
volgend debat - waarin zij vaststellen dat
'niet de afsluiting zelf moet worden bestu
deerd, maar juist de manier waarop en de
gevolgen daarvan'. Vertraging van de werken
in de Oosterscheldemonding wordt als 'zeer
ongewenst' bestempeld. Voor de staten van
Zeeland is in wezen een tweede fase inge
luid. Het gaat niet langer om de vraag 'al of
niet afsluiten?', maar het accent komt te
liggen op de inrichting van het bekken achter
de dam. En daarom wordt een motie aange
nomen die erop aandringt na te gaan of één
of meer stormvloedkeringen in de dam tot de
reële mogelijkheden behoren.
Het denkbeeld van een stormvloedkering in
de dam komt ook bij voortduring naar voren in
een lezingencyclus die het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen (hetzelfde van het
eerste congres in 1967 te Zierikzee) in de
winter van 1972-73 te Middelburg organiseert.
Wetenschapsmensen uit verschillende cate
gorieën laten er hun licht over de proble
matiek schijnen.
Aan het eind van het jaar rumoert het in de
politiek nog even flink wanneer een Ooster-
schelde-paragraaf moet worden geformuleerd
voor het ontwerp-regeerakkoord waarmee
PvdA/PPR/D'66 de naderende verkiezingen
willen ingaan. De samenstellers ervan willen
dat de werkzaamheden in de Oosterschelde
worden stopgezet in afwachting van het
resultaat van een nieuwe studie 'die alle
aspecten over de gevolgen van de afsluiting
moet omvatten'. De PvdA-Zeeland is erg
verbaasd over die eis in eigen kring, dat de
werken moeten worden opgeschort. In de
staten van Zeeland hebben ze immers juist
bij motie laten vastleggen dat er geen ver
traging mag optreden. Na wat geharrewar
gaan de Zeeuwse bezwaren binnen de PvdA
tenslotte aan kant. De drie progressieve
partijen kondigen aan dat zij hun afspraken
snel in praktijk zullen brengen wanneer na
de verkiezingen een kabinet-Den Uyl aan het
bewind komt. Er zal dan een nieuwe 'delta
commissie' worden ingesteld die op korte
termijn moet rapporteren over de gevolgen
van en de eventuele alternatieven voor de
Oosterschelde-afdamming. De andere poli
tieke partijen verzetten zich in de aanloop
naar de verkiezingscampagne sterk tegen
vertraging in de werkzaamheden.
1973
Er gaat nog een periode van veel politieke
touwtrekkerij, van demonstraties georgani
seerd door actiegroepen en van wetenschap
pelijke confrontaties voorbij eer het kabinet-
Den Uyl na maandenlang formeren eind mei
1973 aantreedt en in de regeringsverklaring
aankondigt dat er een nieuwe studie over de
afsluiting van de Oosterschelde zal komen.
De kwestie is dus nu het Catshuis binnen
gedragen. Buitenparlementaire actie heeft zo
veel invloed gehad dat politici de zaak niet
langer konden laten rusten of doen alsof de
tegenstand niet bestaat. Het gaat er nu om
een oplossing te vinden waarin recht wordt
gedaan aan het 'evenwicht' tussen de nood
zakelijke bescherming tegen stormvloeden er
het behoud van het natuurlijk milieu in de
Oosterschelde. De actievoerders kunnen
voor het eerst sinds jaren een tijdje
belangstellend afwachten. Maar ze blijven op
scherp staan en kondigen aan dat ze
onmiddellijk weer tot daden zullen overgaan
wanneer het kabinet zich niet aan gedane
beloften houdt.
De eerste vraag die aan de orde is nadat
minister-president Den Uyl in de tweede
kamer een nota van de nieuwe minister van
verkeer en waterstaat, drs T. Westerterp,
heeft toegezegd over alle aspecten van de
Oosterscheldewerken, luidt: worden de
werken in de monding van de zeearm nu wel
of niet voortgezet? 'Zolang geen tegen
gestelde beslissing is genomen geldt de
deltawet', is het antwoord. En dus komt er
vooralsnog geen stop.
Mei 1973: een groot deel van de pylonen
voor de kabelbanen in de Oosterscheldemor.d
wordt te Dintelmond in onderdelen aange
voerd en daar aan elkaar gelast. In de
sluitgaten gaan de 'oodembeschermingswerki n
gestaag verder.
Een periode van politiek bijzonder voorzicht g
manoeuvreren is voor het kabinet aange
broken. Dat beseft vooral minister Westerter)
als hij aan het werk gaat om de opdracht te
formuleren die een onafhankelijke commissi?
van deskundigen ('wijze mannen') moet
meekrijgen voor haar onderzoek naar de
mogelijkheden in de Oosterscheldekwestie.
Een onderzoek dat niet langer dan een half
jaar mag duren.
Medio juni reist Westerterp naar Middelbur
voor een hoorzitting. Daar brengen alle
Zeeuwse betrokken partijen hun wensen en
verlangens naar voren. Achtereenvolgens
treden aan: het Zeeuws Coördinatieorgaan
voor natuur-, landschaps- en milieubescher-
134