hoogde dijk betekent aantasting van de open
heid van het landschap' (Bezwaarschrift tegen
verhoging van dijken kanaal Zuid-Beveland);
en'het slechten van bestaande dijken betekent
een afname van de kleinschaligheid en heeft
dientengevolge een nivellerende werking' (Be
zwaarschrift tegen afgraving binnendijk in
Zeeuws-Vlaanderen), dan blijkt dat het bestaan
de veelal als 'karakteristiek' wordt ervaren,
maar het nieuwe, veranderde, nimmer.
Bij de behandeling van beroepschriften tegen
voorgenomen activiteiten moeten steeds belan
gen worden afgewogen. Veelal gaat het hier om
belangen van economische aard tegenover be
langen van natuurwetenschappelijke en land
schappelijke aard. Maar wat zijn eigenlijk land
schappelijke waarden en belangen? Zijn de ar
gumenten in dezen goed gefundeerd of berusten
zij op onjuiste aannamen en achtergronden? De
vraag zoals hier gesteld kan nimmer afdoende
worden beantwoord. Wel kan via een analyse
van het proces van menselijke perceptie en van
de factoren die dit proces beïnvloeden, enig in
zicht worden verkregen in deze complexe mate
rie. De besluitvorming kan dan op wat meer in
zicht berusten, en genuanceerder en hopelijk
beter worden.
Wij ervaren het landschap, de omgeving, via
verscheidene zintuigen tegelijk. Hoewel de rol
van oren, neus en tastzin daarbij belangrijk is,
worden de indrukken van een wijde omgeving
toch in hoofdzaak via het oog verwerkt. Wij ne
men waar via het oog en reageren vervolgens
op het waargenomene. Wij kunnen het land
schap van het Deltagebied opvatten als een plat
vlak waarin tal van drie-dimensionale objecten
of elementen voorkomen. Wij kunnen de maten
en vormen van die objecten empirisch vaststel
len door ze op te meten. Wanneer we echter on
ze reactie bij het waarnemen van elementen wil
len registreren, dan is het 'meten' een geheel
andere zaak geworden. Wanneer we het land
schap alleen zouden zien als een verzameling
van elementen in de ruimte, dan komen begrip
pen naar voren als vorm, harmonie, contrast,
evenwicht, en dergelijke. We noemen dit esthe
tische begrippen: het beschrijven ervan is niet
zo zeer een wetenschappelijke alswel een kunst
zinnige bezigheid. Daarnaast kan men het land
schap benaderen met behulp van begrippen die
te maken hebben met de ruimtelijke spreiding
van elementen: orde, variatie, complexiteit, dif
ferentiatie, chaos. Ook deze begrippen betreffen
zowel meetbare zaken als de persoonlijke reac
tie van waarnemers.
Wij moeten dergelijke begrippen wel goed defi
niëren wanneer we ermee willen werken. Als
we deze voorwaarden in acht nemen kunnen we
enerzijds gaan meten en tellen, en anderzijds
pogen een verband te leggen met de menselijke
ervaring. De moeilijkheid zit in het leggen van
kwantitatieve verbanden tussen bijvoorbeeld de
mate van ordening of variatie in onze omgeving
en de menselijke reactie daarop. We weten al
leen dat er een zekere mate van ordening in de
omgeving moet zijn, wil de mens zich wel be
vinden; maar ook, dat zowel extreme orde als
volkomen chaos een negatieve reactie oproept.
Mensen verschillen daarbij individueel in hun
reactie, zodat het optimum aan ordening niet in
algemene zin vaststelbaar is. Op grond van de
hypothese dat groepen uit de samenleving een
verwante reactie vertonen, wordt op dit terrein
onderzoek verricht vanuit het vakgebied der
omgevingspsychologie, in samenwerking met
de ontwerpende disciplines.
We hebben tot dusver gesproken van elemen
ten en objecten, hun dimensies en hun ruimte
lijke rangschikking. Maar het landschap is geen
anoniem gegeven: wij kennen en herkennen de
elementen, we geven ze namen, en kennen ze
daarmee betekenis toe. Ons waardeoordeel om
trent hetgeen wij waarnemen berust in zeer gro
te mate op de betekenis die wij toekennen aan
de afzonderlijke elementen en aan hun combi
naties. Die betekenis heeft te maken met de
functie die objecten ten opzichte van ons kun
nen vervullen, maar ook bijvoorbeeld met de
maatschappelijke context waarin wij het geheel
plaatsen. Wat mensen waarnemen wordt bij
voorbeeld in sterke mate bepaald door de ken
nis die de waarnemer bezit omtrent het waarge
nomene; het inzicht dat hij heeft in de samen
hang tussen vorm en functie, of tussen vormen
en de processen die aanleiding geven tot het
ontstaan van vormen: een bioloog kijkt anders
dan een socioloog. Ook het doel, en daarmee de
gerichtheid van de aandacht van de waarnemer
beïnvloedt het waarnemen. In verband met wel
ke activiteiten of op grond van welke belangstel
ling kijkt een waarnemer? De vakantieganger
ziet andere dingen dan de ploegende boer. Ver
der speelt het geheel van waarden en normen
van de individuele waarnemer een rol. Tot wel
ke sociale groep behoort hij, welke idealen le
ven in deze groep? Welke voorstelling heeft
men over de werkelijkheid? Tenslotte is ook de
emotionele toestand van de waarnemer van be
lang. Is hij ontspannen, rustig, vol vreugde of in
diepe droefheid?
Door wetenschappelijk onderzoek binnen disci
plines als de sociologie, de sociale psychologie,
de psychologie, de geografie en de ontwerpen
de vakgebieden zoals de stedebouwkunde en
de landschapsarchitectuur, wordt getracht ver
banden op te sporen tussen de verschijnings
vorm van het landschap en de waarneming en
232