vereiste. Anders dan in de landschapsplannen
uit de eerste jaren, toen weg- en erfbeplantin-
gen het hoofdpatroon vormden, gaat het nu
vaak om gebruiksgroen van vrij aanzienlijke op
pervlakten. Voor een doelmatig beheer daarvan
is het in vele gevallen nodig dat deze meer
grootschalige landschapselementen worden
verworven door openbare lichamen die over de
vereiste know-how beschikken. Om de realise
ring en de instandhouding ervan zo goed moge-
lijkte verzekeren wordt vroegtijdige coördinatie
van het landschapsplan voor de ruilverkaveling
met het gemeentelijk bestemmingsplan steeds
meer noodzakelijk. In grote structuren kan ook
het samenspel met in voorbereiding zijnde
streekplannen van betekenis zijn.
Daar de oppervlakte van de ruilverkaveling dik
wijls grote delen van het gemeentelijk territoir
beslaat, ligt hier een goede mogelijkheid om het
beheer van het landschap in de landbouwgebie
den, voor wat de hoofdstructuur betreft, doel
treffend te richten. De ontwerpers van het ge
meentelijk bestemmingsplan krijgen daarbij
een landschapstechnische inbreng ter beschik
king die veelal niet tot hun directe vakgebied be
hoort en die aan de veelzijdigheid van hun plan-
ren ten goede kan komen. Aan het totstandko
men van de landschapsplannen voor de ruilver
kavelingen ligt namelijk vaak een grote dosis
wetenschappelijkterreinonderzoeken om
vangrijk teamwork met verschillende techni
sche experts en plaatselijke deskundigen ten
grondslag.
Nieuwe landschappen
In een beschouwing over de zorg voor ons land
schap dient zeker ook de traditioneel Neder
landse bezigheid van het scheppen van geheel
Het Lingebos in de ruilverkave
ling Tielerwaard-west; voor
beeld van planmatige herin
richting van het landschap
nieuwe landschappen te worden genoemd.
Naast de inpolderingen van meer beperkte om
vang in de Delta en de Lauwerszee in de jaren
na de laatste wereldoorlog, zijn het vooral de
nieuw gevormde landschappen in het Zuider
zeegebied die wereldwijde belangstelling trek
ken.
Aan het scheppen van deze grote, nieuwe leef
ruimten is intensieve arbeid op het terrein van
planologie en landschapsbouw vooraf gegaan,
vooral in de betrokken rijksorganen.
Wellicht duidelijker dan waar ook elders de
monstreert zich in de vormgeving van het land
schap van de Zuiderzee-polders de snelle ont
wikkeling naar een veelzijdiger grondgebruik. In
de Wieringermeer en de Noordoostpolder be
woog het percentage grondoppervlak dat voor
niet-agrarische doeleinden beschikbaar kwam,
zich rond 7 8 In Oostelijk Flevoland met zijn
nieuwe wooncentra en zijn gunstig gelegen
nieuwe bossen, stranden en recreatieruimten
langs het Veluwemeer, bedraagt die oppervlak
te thans reeds meer dan 20 Voor Zuidelijk
Flevoland, in de directe omgeving van het over
volle Gooi en van Amsterdam, zullen echter de
niet-agrarische bestemmingen naar het zich laat
aanzien een nog groter deel van het nieuwe
land beslaan. Hoewel de omstandigheden voor
het scheppen van een nieuw landschap in deze
polders nauwelijks vergelijkbaar zijn met de ge
compliceerde situaties op het oude land, zullen
de daar geldende overwegingen en ervaringen
toch van grote betekenis kunnen zijn voor de
voortschrijdende reconstructie van het Neder
landse landschap.
Het Zeeuwse voorbeeld
De dramatische gebeurtenissen rond het
Zeeuwse landschap in het jongste verleden vor
men een mijlpaal op de weg van de landschaps
bouw in het na-oorlogse Nederland. De vrijwel
totale verwoesting van het oude cultuurland
schap van Walcheren in 1944 confronteerde ons in
die moeilijke jaren meteen in wezen geheel nieu
we taak. Enerzijds was er de onmogelijkheid om
het eens zo karakteristieke, maar totaal verouder
de en ondoelmatige netwerk van wegen en water
lopen in de oude vorm te herstellen. Ander
zijds echter noopten zovele nog overgebleven
elementen als dorpskernen, buitenplaatsen,
bestaande hoofdverbindingen en gespaarde
boerderijen, en soms ook de geomorfologische
situatie, tot een behoedzaam gebruik van de be
schikbare technische uitrusting en tot een be
heerste toepassing van de elders zo gebruikelij
ke methoden bij de landinrichting.
De overstromingsramp van 1953 bracht nieuwe
grote taken met zich, waarbij wederom de re-
247