De probabilistische benadering van het ontwerp van de storm vloedkering. II Veiligheidscoëfficiënten en foutenbomen A. De werken van het Deltaplan Het vorige artikel in deze serie (Bericht 84, mei 1978) ging over het verschil tussen de determi nistische, de semi-probabilistische en de proba bilistische benadering van een bouwkundig ont werp. Kort herhaald: bij de eerste methode wordt een constructie met bepaalde materiaal eigenschappen gedimensioneerd op een be paalde maatgevend geachte ontwerpbelasting. De onzekerheden die bestaan ten aanzien van de eigenschappen van de toe te passen materia len, worden verdisconteerd door middel van veiligheidscoëfficiënten. De probabilistische methode kijkt naar de kans dat een constructie bezwijkt, 't Bezwijken kan zowel veroorzaakt worden door een lage belasting en toevallig slecht materiaal, als door een onverwacht hoge belasting op goed materiaal. Bij deze aanpak moeten de kansverdelingen van zowel de belas tingen als de materiaaleigenschappen bekend zijn. Aan de toepassing van de probabilistische methode zijn echter bij het ontwerp van een constructie praktische problemen verbonden. Daarom wordt bij de stormvloedkering in de Oosterschelde de zogenaamde semi-probabilis tische methode gehanteerd. In dit artikel zal worden ingegaan op de keuze van de veilig heidsmarge die bij het ontwerp van de storm vloedkering met behulp van de semi-probabilis tische methode aangehouden moet worden tus sen de sterkte-eigenschappen en de belastin gen. In de gewone bouwpraktijk van bruggen en ge bouwen bestaat een langjarige ervaring om trent de te kiezen overschrijdingskansen van be lastingen, de onderschrijdingskansen van con structie-eigenschappen, en de verhouding die tussen beide door middel van een veiligheids coëfficiënt of rekenfactor dient te worden aan gehouden. Deze ervaring wordt uitgedrukt in de bouwvoorschriften die gelden voor de verschil lende constructie-typen. Bij alle bouw-voor- schriften gelden als gemeenschappelijke uit gangspunten de karakteristieke sterkte en de ka rakteristieke belasting. Daarmee worden res pectievelijk bedoeld een sterkte met een onder- schrijdingskans van 5% en een belasting met een overschrijdingskans van 5%. In de voor schriften wordt de keuze van de veiligheidscoëf ficiënt onder andere bepaald door de eigen schappen van het gebruikte constructiemateri aal en de spreiding daarin. Zo wordt voor een staalconstructie, die in een goed beheerste om geving wordt vervaardigd, een lagere vei ligheidscoëfficiënt geëist dan voor een in weer en wind vervaardigde betonbalk. De ervaring heeft geleerd dat toepassing van de in de bouwvoorschriften genoemde rekenfacto- ren bij gangbare constructies voldoende veilig heid tegen bezwijken waarborgt. Met andere woorden: de bezwijkkans wordt er voldoende klein door gehouden. Om twee redenen kunnen de geldende bouwvoorschriften echter niet zon der meer toegepast worden bij het ontwerp van de stormvloedkering. Ten eerste is de storm vloedkering enig in haar soort, zodat er geen sprake is van een gangbare constructie. Ten tweede schrijft het rapport van de Deltacommis sie voor, dat primaire zeeweringen, waartoe dus ook de stormvloedkering behoort, volledig be stand moeten zijn tegen een hoogwaterstand met, voor de Oosterschelde, een overschrij dingsfrequentie van 1/4000 keer per jaar. Deze formulering sluit niet aan bij het begrip karakte ristieke sterkte van de bouwvoorschriften, ook niet indien men een belasting met een over schrijdingsfrequentie van 1 /4000 keer per jaar kiest. Deze overschrijdingskans is immers veel 257

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1978 | | pagina 37