Inrichtingsvraagstukken in een veranderende Delta De Deltawerken brengen vele ingrijpende ver anderingen teweeg in het zuidwesten van ons land. De nieuwe wegverbindingen en het nieu we recreatiepotentieel te land en te water zijn mede oorzaak van een enorme groei van de openluchtrecreatie. Werd dat nog niet zo lang geleden toegejuicht, nu klinkt steeds luider de roep om afremming van die ontwikkeling in de bestaande recreatiegebieden. Maar dan rijst on middellijk de vraag hoe dat zou moeten worden gedaan, hoe dergelijke ontwikkelingsprocessen kunnen worden beheerst. Ook met betrekking tot de Grevelingen en de nog te vormen Deltabekkens, zoals het Kram mer-Volkerak, het Verdronken Land van het Mar- kiezaat van Bergen op Zoom en de Ooster- schelde, rijstdie vraag: moeten de nog aante wijzen recreatieve potenties snel worden ont wikkeld, of moet worden gestreefd naar een ge leidelijke, beheerste ontwikkeling? De beheer sing van dergelijke ontwikkelingen is één van de grote vraagstukken in het Deltagebied. Bij de in richting van de Delta bekkens gaat het erom, hoe de mens gebruik gaat maken van de veranderde omstandigheden. In de eerste plaats moet daar bij aandacht worden gegeven aan de door de Deltawerken op gang gebrachte planologische ontwikkelingen. En dat gebeurt dan ook. De te genwoordige aanpak is dat de nodige voorstu dies worden uitgevoerd door breed samenge stelde groepen van ambtelijke deskundigen van Rijk en Provincies en dat die vervolgens uitmon den in enkele inrichtingsalternatieven, waaruit door de bestuurders een keuze moet worden gemaakt. Het proces van de inrichting van de verschillen de delen van het Deltagebied begint steeds weer met de projectie van een primaire dam of kering. De bouw van die primaire dam heeft voor het daarachter gelegen gebied ingrijpende directe gevolgen, die moeten worden opgevan gen. Voorts dient achter de dam een nieuwe uit gangssituatie te worden geschapen, van waar uit bestaande functies zowel als eventuele nieu we functies zich kunnen ontwikkelen en naar een nieuwe evenwichtssituatie groeien. De wij ze waarop die nieuwe ontwikkeling in een bek ken zich zal gaan voltrekken heeft vervolgens zijn terugslag op het ontwerp van de primaire dam en van de daarmee verbonden hulpwer ken, zoals werkhavens en bouwdokken, die late immers voor andere doeleinden kunnen wor den gebruikt. Voordat die ontwerpen worden uitgewerkt dient daarom reeds een visie te zijn ontwikkeld op de mogelijke ontwikkelingen in een wijd gebied eromheen. Aan een primaire dam of kering zijn namelijk meer aspecten te onderscheiden dan alleen dat van hoogwaterkering. Hij is ook verbindings schakel in het regionale wegennet. Daarmee worden echter tevens bij de aansluitingen op dr eilanden de bestaande landbouw- en recreatie gebieden doorsneden, en wordt een barrière gevormd voor de bestaande dwarsverbindin gen. Ook te water worden dwarsverbindingen verstoord. Denk aan de scheepvaart, de uitwis seling van zout water en het lozen van zoet wa ter. Aan de dichte delen van de primaire dam men kan een hoge recreatieve potentie worden toegekend. De buitenzijde kan zich ontwikkelen tot een nieuw Noordzeestrand; aan de binnen zijde kunnen werkhavens en bouwdokken een rol gaan spelen in de watersportontwikkeling, terwijl op de aangrenzende platen en werkeilan den ruimte kan worden gevonden voor de oe verrecreatie. Op lange termijn tenslotte kan aan de buitenzijde van een dichte dam een nieuw 252

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1978 | | pagina 32