Het landschap van de Delta 'ircs. ermsse Herkingh ra venx.ee Cü'rigJteftVeclK S-'Anna MelseJe1 h- Fib„,s-~ Het deltalandschap is vol dynamiek. Het is ont staan op de grens van zee en land, van zout en zoet en onder het eeuwig getijde van eb en vloed. Het is een landschap van vruchtbare aar de, voedselrijke zeeën en rivieren, schoon zoet water en een goed klimaat; een landschap van grote natuurlijke rijkdom; een uitermate gunstig leefmilieu voor de mens. Vele hoog ontwikkelde beschavingen vinden in dit landschap hun oor sprong. Deltagebieden zijn altijd brandpunten van cultuur. De Noordwesteuropese delta van Rijn, Maas en Schelde werd bewoond vanaf het begin van on ze jaartelling. De eerste nederzettingen lagen op de hogere gronden, op duinen, oeverwallen of opgeworpen terpen. De bevolking leefde toen van visserij en van extensieve landbouw op de nog periodiek aan het hoge water blootgestelde gronden. In de Romeinse tijd reeds kreeg deze Delta stra tegische en commerciële betekenis. Vanaf de middeleeuwen trachtte men zich tegen de zee te beschermen door de afdamming van stroom- geulen en de aanleg van dijken. Toen begon ook de inpoldering van nieuwe landbouwgronden. In de vroege renaissance was op het raakvlak met de romaanse cultuur de bloeitijd van Vlaan deren. Het proces van sedimentatie dat de vruchtbare gronden leverde voor de ontplooiing van deze cultuur, werd later door het dichtslibben van vaargeulen ook oorzaak van het verval van de handelssteden. De verzanding van de zuidelijke Delta en vooral de politieke scheiding tussen noord en zuid in de grote vrijheidsstrijd der lage landen aan het eind van de zestiende eeuw werd het begin van de opbloei van de Noordneder- 227

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1978 | | pagina 7