st mvloedkering gegeven voor gemiddeld ge tij Jet getijverloop aan de zeezijde komt onge- ve r overeen met het gemiddelde getij in de hi dige situatie, maar in het getijverloop aan de 0 sterschelde-zijde van de kering treedt een fa se erschuiving op, dat wil zeggen dat de tijd- st pen van hoog- en laag water enige tijd later ve en dan op zee. Bovendien is het getijverschil -it verschil tussen hoog water en laag water - ae de Oosterschelde-zijde kleiner dan aan de ze zijde van de stormvloedkering. Dit wordt ve oorzaakt door de vernauwing van het door- st omprofiel. Het gevolg is dat er gedurende he getijverloop een voortdurend wisselend wa- te tandsverschil over de stormvloedkering st st. De hoogste waterstand treedt beurtelings op aan de zeezijde en aan de Oosterschelde-zij de De amplitude van het verval ligt voor gemid- de ie getijomstandigheden in de orde van 75 cm. Dit verval zorgt voor hoge stroomsnelhe- den door de openingen in de stormvloedkering. Gelijktijdig met het grootste verval treden ook de grootste sneldheden op; de snelheden zijn dus in fase met het verval. Figuur 5, waar de nu optredende stroomsnelheden zijn ingetekend naast die van toekomstige situatie, laat zien dat er sprake is van een aanzienlijke toename van de snelheden. Die hoge snelheden treden ech ter alleen op vlak bij de stormvloedkering. Kijken we namelijk naar de veranderingen in de snelheden in een punt 2 km meer naar het oos ten (figuur 6), dan valt allereerst op dat de ver wachte snelheden daar veel lager zijn dan die bij stormvloedkering. Verder blijken ze ook la ger te zijn dan in de tegenwoordige toestand. De stroomsituatie zal in een strook van 1 km aan weerszijden van de stormvloedkering, ook onder normale getijomstandigheden, als gevaarlijk „■Oc V o— «O. Xr' -O" O" V-. NETWERK XX SCHEMATISERING C OOSTERSCHELDE 10 15 km Fig. 1. Schema van het één dimensionale IMPLIC-model voor de Oosterschelde Fig. 2. Punten in het Ooster- scheldebekken waarvoor de nieuwe situatie met storm vloedkering is verkend 285

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1978 | | pagina 11