dringen. Vergelijk het probleem dat ontstaat als
een groot aantal mensen op hetzelfde moment
in de tram wil stappen of wat er gebeurt met
een zeef die niet wordt geschud.
Bij cyclische stroming komt er geen boogwer-
king, als gevolg van het pulserende karakter van
de stroomkrachten op de korrels. Vergelijk dat
met het schudden van de zeef, waardoor de ver
stopping ten gevolge van de boogwerking op
geheven wordt en alle korrels met een diameter
kleiner dan de zeefopening erdoor vallen; of
met de uitwerking van een beetje beleefdheid
op het gedrag van de trampassagiers.
Ook evenwijdig aan het grensvlak tussen bo
dem en filter zullen de verhangen bij cyclische
stroming de verhangen bij stationaire stro
ming overtreffen. Daarvoor werd bij de proef
voornamelijk onder cyclische omstandigheden
onderzoek gedaan naar situaties met een stro
ming evenwijdig aan het grensvlak. In de golf-
tunnel van het Waterloopkundig Laboratorium,
waar de proef werd gedaan, kunnen bovendien
perioden tot 20 seconden worden ingesteld;
daarmee benadert men een stationaire stro
mingstoestand.
Het bezwijkgedrag bij stroming evenwijdig aan
een grensvlak tussen twee lagen wijkt enigszins
af van dat bij stroming loodrecht op het
grensvlak. In het laatste geval treedt indringing
in het filtermateriaal op, maar in het eerste ge
val worden bij overschrijding van de kritieke
waarde zandkorrels ter plaatse van het grens
vlak getransporteerd via de kanaaltjes tussen de
onderste korrels van het filtermateriaal, terwijl
ze toch blijven deel uitmaken van het basisma
teriaal.
Uit proeven bleek, dat de wisselende stroming
door het pakket in eerste instantie het filtermate
riaal verdichtte. Daarna was het kritieke verhang
vrijwel onafhankelijk van de ingestelde periode.
In dit geval is er dus geen significant verschil
tussen stationaire en cyclische stromingen.
Blijkbaar wordt de invloed van toenemende ve_-
snellingskrachten bij afnemende periode op dt
korrels van het basismateriaal gecompenseerc
door de kortere tijd waarin zij werkzaam zijn.
Wel werden ten gevolge van het grote verschi!
in doorlatendheid tussen beide materialen zee
grote verhangen loodrecht op het grensvlak 01 >-
gewekt, met als gevolg zandindringing lood
recht op het grensvlak.
Slechts bij een beperkt aantal proeven in het tri-
axiaalapparaat werd een cyclische stroming
loodrecht op het grensvlak gecombineerd mef
een stationaire stroming evenwijdig aan dat
vlak.
Voor geringe waarden van het stationaire ver
hang bleken de kritieke verhangen niet af te w j-
ken van de resultaten die gevonden zijn bij de
proeven met louter cyclische stroming lood
recht op het grensvlak.
Op grond van de resultaten van het filteronde -
zoek werd besloten het ontwerp van het fundi -
ringsbed aan te passen. Hiertoe werd een aan al
oplossingen op de eerder beschreven wijze oi i-
derzocht.
De 'twee-lagen-oplossing', waarbij tussen hei
bodemzand en het funderingsmateriaal een la ig
grof zand wordt aangebracht, bleek het mees te
voldoen, en wel om twee redenen. Allereerst 3
het verschil in korrelafmeting tussen het Oost tr-
scheldezand en het grove zand zo gering, dat n-
dringing in het grove zand niet mogelijk is: de
poriën van het grove zand zijn kleiner dan de
korrels van het Oosterscheldezand. Maar ook
bleek uit berekeningen dat de verhangen op h at
grensvlak van grofzand en funderingsbed aat
zienlijk kleiner zijn dan op het eerder onderzoi h-
te grensvlak van Oosterscheldezand en funde
ringsbed. Proeven hebben aangetoond, dat o k
het grensvlak grofzand-funderingsbedmateri al
in voldoende mate stabiel is.
Aldus is een betrouwbare oplossing verkrege 1
voor de opbouw van het funderingsbed.
304