5. Rapportage van studies en
voorbereidingen, eerste half
jaar 1978
Dt hoofdlijnen van het ontwerp van de storm-
vl' sdkering in de Oosterschelde zijn in het eer
st halfjaar van 1978 niet gewijzigd. Wel heb-
bt i nadere detailleringen van het ontwerp
pl atsgevonden, waarvan er al verscheidene in
di en in het vorige Bericht in afzonderlijke arti-
ke en aan de orde zijn gesteld. In dit overzichts-
ar kei worden daarop nog enkele aanvullingen
ge even. Sommige van de hier te noemen on-
de delen zullen in latere afleveringen nog meer
in en brede worden behandeld.
De ontwerp- en onderzoeksactiviteiten die in het
eet te halfjaar van 1978 hebben plaatsgevon-
de betroffen voornamelijk de randvoorwaar-
der en de belastingen op de constructie, het
doe -stroomprofiel en de kerende hoogte van de
sto nvloedkering, de drempelconstructie, de
vor ngeving van de pijlervoet in verband met de
wij 3 waarop de pijlers zullen worden geplaatst,
de oorzieningen aan de pijlers ten behoeve
var de bovenbouw en de diepte van de schuif-
spc ,ning.
Na; mate men een minder gedetailleerd inzicht
het t in de bij de bouw van een kunstwerk be-
trol en verschijnselen, wordt veiligheidshalve
uitc tgaan van een hoger belastingsniveau.
Nat ir onderzoek kan leiden tot een betere ken
nis an de belastingen, en daardoor tot lagere
aan amen betreffende die belastingen. Een
voc oeeld daarvan is de golfbelasting op de
stor nvloedkering.
De ardeling van de energie van de golven over
de v rschillende golfperioden bepaalt tezamen
mei Ie zogenaamde overdrachtsfunctie - van
golf nergie naar golfbelasting - de golfbelas
ting >p de pijler. Tot eind 1977 werd aangeno-
mei dat tijdens een superstorm de golfenergie
ziet oornamelijk concentreerde rond de peri
ode van 10 a 12 seconden. Bij die periodeband
hee ook de overdrachtsfunctie een hoge waar
de. it nadere studies blijkt nu dat de golfener
gie let voornamelijk geconcentreerd is in één,
ma, verdeeld is over voornamelijk twee peri
ode anden. Bij deze tweede periodeband heeft
de c 'erdrachtsfunctie een lagere waarde, waar-
doe de waarde van de belastingen loodrecht
op c 3 kering ten opzichte van de vorige rappor-
tag enigszins lager zijn geworden. Het onder-
zoe naar de totale belasting loodrecht op de ke-
rinc s hiermee afgerond. Ten aanzien van som
mige onderdelen van de kering, zoals schuiven
en dorpelbakken, moet deze belasting nog na
der worden gepreciseerd; ook de dwarsbelas-
tingen op de pijler zijn nog niet genoegzaam on
derzocht.
Toch kan het pijlerontwerp op grond van de te
genwoordige stand van het onderzoek in hoofd
zaak worden voltooid.
Op basis van tot dusver verrichte onderzoekin
gen moet de afvoercoëfficiënt van de door-
stroomopening in de stormvloedkering worden
gesteld op 0,90. Het werkelijke benodigde door
stroomprofiel wordt geen 14000 m2, maar
14000 m2 0,9 15000 m2.
Daarbij moet wegens onzekerheden in de aan
namen en het ontwerp nog 1 500 m2 worden
opgeteld. Vermeerderd met een reserve van
1000 m2 voor onderhoudswerkzaamheden,
komt het totaal bruto doorstroomprofiel dus op
18 000 m2.
Als kerende hoogte van de stormvloedkering
werd voorheen een hoogte aangehouden die
overeenkwam met een waterstand van N.A.P.
5,5 m. Deze waterstand heeft een overschrij
dingskans van 2,5 x 10-4 per jaar. Het verdient
echter aanbeveling aan de stormvloedkering
reeds bij de aanleg een zekere overhoogte te ge
ven. In verband met zettingen en met de relatieve
zeespiegelrijzing kan de werkelijke kerende
hoogte in de toekomst afnemen, en aanpassing
van de kerende hoogte, dus verhoging van de
bovenkant van de bovenbalk, zal extreem kost
baar zijn wanneer de stormvloedkering een
maal is aangelegd. Thans kan die overhoogte
nog tegen aanvaardbare kosten worden aange
bracht.
Daarom is het ontwerp in die zin aangepast, dat
de kerende hoogte werd gesteld op NI.A.P.
309