5,8 m. Het effect van de grotere kerende hoogte is in de belastingen doorberekend. Tot voor kort werd bij het ontwerp van de pijler en van de wijze waarop die geplaatst zou wor den, uitgegaan van een funderingsbed met een oneffenheid van ten hoogste ongeveer 25 cm, in combinatie met een blijvende aanzanding van 20 cm. De pijler zou juist boven het funderings bed in positie worden gebracht, en daar enige tijd in zwevende toestand worden gehouden. In die tijd zou een deel van de ruimte onder de pij lervoet worden ondervuld met een cement- mengsel. Daarna werd de pijler zelfdragend, en kon het plaatsingsmateriaal worden verwijderd. Vervolgens zou men de rest van de pijler onder- vullen. De vormgeving van de onderzijde van de pijler was hierop afgestemd. Deze werkwijze is inmiddels echter nader ge analyseerd, en er werd een alternatief ontwik keld, waarbij de pijler direct wordt geplaatst op een vlak funderingsbed met oneffenheden van hoogstens 10 cm. Aan deze werkwijze geeft men thans de voorkeur. Met name vanwege de maattoleranties heeft deze beslissing conse quenties voor de uitvoering van het funderings bed en voor de vormgeving van de onderzijde van de pijler. Tevens werd besloten de aanzanding op het funderingsbed vlak voor het plaatsen van de pij lers te verwijderen. Van alle onderdelen van de stormvloedkering zijn de schuiven het gevoeligst voor afwijkingen van de theoretisch juiste stand en plaats van de pijlers. De nauwkeurigheid van de plaatsing van de pijlers en de deformaties die optreden in de fundering, hebben onmiddellijk invloed op de breedte die nodig is voor de geleiding van de schuiven en op de sponningdiepte. Omdat nu is gekozen voor directe plaatsing van de pijlers op het funderingsbed, zonder nadere correctie van de stand van de pijlers, moeten de sponning diepte en de geleidingsbreedte worden ver groot. De pijler moet daardoor worden verbreed van 5 m tot 5,5 m. Ontwikkelingen in het ontwerp van de kering, nader grondonderzoek en een verbeterd inzicht in de plaatsingstechniek van de pijlers, hebben het mogelijk gemaakt het volume van de te ver dichten ondergrond onder de drempel aanmer kelijk te verkleinen. Een aantal uitgangspunten voor het ontwerp van het verdichtingsschip moet daaraan worden aangepast. De strookbreedte van de verdichtir g kan terug van 36 naar 26 m, en in verband daa - mee het aantal trilnaalden van 6 naar 4. Het dieptebereik van de naalden wordt vermin derd van N.A.P. -45 m tot N.A.P. - 35 m, al bli it het incidenteel mogelijk 5 tot 10 m dieper te vt r- dichten. Het bestek van het verdichtingsschip s gereed. Aanbesteding zal op korte termijn plaatsvindt In financieel opzicht zijn er, behoudens interm verschuivingen tussen de onderdelen, geen w e- zenlijke veranderingen in de begroting van de stormvloedkering opgetreden. Mogelijkheden om het project verder te optima liseren en te vereenvoudigen, worden nog na der onderzocht. Voor het tweede halfjaar van 1978 staan op he t programma van uitvoering: opruiming van dr bodembescherming in de Hammen en bagge ren in de grondverbetering; het aanbrengen van bodembescherming in diezelfde geul; he droge grondwerk in de bouwput voor de pijle s; de bouw van kranen voor de fabricage van de pijlers; de aanmaak van bekistingen voor de p ij- Iers. De aanleg van stortebedden; de bouw v; n een hulpbrug, van een betoncentrale en van sn verdichtingsschip. Ten aanzien van de compartimentering van d Oosterschelde kan nog het volgende worden vermeld: Er is nadere studie verricht naar de a- menhang tussen het gereedkomen van de stormvloedkering en het sluiten van de comp ir- timenteringsdammen. In verband daarmee werd ook onderzoek gedaan naar de sluiting: methode van de compartimenteringsdamme Het komende halfjaar zullen beide studies wc - den voortgezet; eind 1978 of begin 1979 zal d in een beslissing kunnen vallen aangaande de f - sering en de methode van sluiten. Bij Koninklijk Besluit van 11 maart 1978 is hei zuidelijke tracé van de Philipsdam met de da r- op aansluitende weg vastgesteld. Op 23 mei heeft de aanbesteding plaatsgevonden van r ïn oever- en bodembescherming in het Kramm r, bedoeld om verdere verdieping van het toe komstige sluitgat te voorkomen. Medio 197f s met de uitvoering van dit werk begonnen. D uitvoering van een gedeelte van het damvak op de Plaat van de Vliet en van het sluizencomp ex kan ook nog dit jaar ter hand worden genom :n. Het werkeiland, met de daarin opgenomen bouwput voor de sluizen, is gereed. Spoedic wordt de bouwput drooggemalen. 310

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1978 | | pagina 36