Proeven met de tweede schuif van de stormvloedkering in de Hollandse IJssel 0| 4 november 1976 werd de tweede schuif vs i de stormvloedkering in de Hollandse IJssel in iehangen (Bericht79, februari 1977). Sindsdien is r gewerkt aan de afbouw van dit oudste Del ta zerk, waaraan al op 15 januari 1954 was be- gc inen. Sinds 1958 is één schuif operationeel; di najaar zal ook de tweede schuif operationeel w rden. De tfbouw van de tweede schuif hield in het be- wt gbaar maken van de kering en het aanleg- ge van de elektrische installatie, die op enige pu ten afwijkt van die van de eerste schuif. Zo als nen weet is bij de tweede schuif de moge lijk eid aangebracht om de sluiting over de laat ste 2,50 m voor hij op de bodem komt, stapsge- wij en zeer langzaam te laten verlopen. Daar- me wordt voorkomen dat de sluiting een voor de cheepvaart hinderlijke stroming tengevolge vai de zogenaamde translatiegolf veroor- zaa t. De onderrand van de tweede schuif ein dig niet zoals de eerste in een brede houten aa; dagbalk. Integendeel, hij is bijna messcherp, wa een belangrijke hydrodynamische verbete- rin. blijkt te zijn: tijdens het zakken blijft de twt ;de schuif in hoge mate trillingvrij. Mede dot deze constructie-veranderingen ten op ziet e van de eerste schuif kan de kering nu zo- no< g in stromend water gesloten worden. On jrvaring op te doen en ook om de gevolgen var iet in stromend water sluiten en het met eet vaterstandsverschil openen van de kering te k nnen onderzoeken vóór de tweede schuif opt ationeel werd, is een programma van proe ver uitgevoerd, voornamelijk gericht op de tril- lint n in de schuif, de ontgrondingen nabij de ker ;g en de translatiegolven op de Hollandse IJs: el. De roeven werden uitgevoerd tussen 12 okto- bei n 1 november 1977. De chuif is onder een reeks verschillende om sta digheden beproefd. De sluitingstijdstippen wa n zó gekozen dat de stroomsnelheden wa -bij de kering werd gesloten gedurende het pre venprogramma steeds toenamen. De on- gu tigste omstandigheden traden dus op tij de de laatste proeven. Vóór elke proef werden en e essentiële meetresultaten van de daaraan voorafgaande proef beoordeeld om te kijken of men veilig verder kon gaan. In totaal werden acht proeven uitgevoerd. Daar na is op 15 november volgens plan nog een proef gedaan onder stroomomstandigheden. Tijdens de proeven werden de waterstanden gemeten op zes plaatsen, verdeeld langs de Hollandse IJssel, benevens op tweemaal drie plaatsen aan weerszijden van de stormvloedke ring en op de stormvloedkering zelf (figuur 1 Verder werden met behulp van zes boten stroomsnelheden gemeten. Vijf van deze vaar tuigen maten de stroomsnelheden, elk op twee vaste dieptes, terwijl vanaf één boot de stroomsnelheden gemeten werden in een verti caal juist achter de schuif. Voor en na elke proef werden lodingen uitgevoerd tot ongeveer één kilometer aan weerszijden van de kering. Tijdens de uitvoering van de proeven werden er door het Waterloopkundig Laboratorium tril lingsmetingen verricht aan de schuifconstruc- tie. Gedurende het verloop van de proeven bleek, zoals was verwacht, dat de resultaten van geen enkele proef aanleiding gaven om het pro gramma voortijdig te beëindigen; alle geplande proeven, ook die bij de meest ongunstige om standigheden, zijn uitgevoerd. In het navolgende geven we een korte beschrij ving van de eerste resultaten van de proeven. Met de gedetailleerde uitwerking is men thans nog bezig. De proeven ten aanzien van de trillingen in de schuif waren zo opgezet dat steeds een stro mingssituatie zowel in noordelijke als in zui delijke richting ontstond. Het waterstandsver schil waarbij de kering werd geheven nam bij de opeenvolgende proeven toe van 0,25 m tot 1,30 m. Het bleek tijdens de proevenserie dat de maxi male vervallen tijdens het heffen van de schuif 311

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1978 | | pagina 37