Het is echter wel belangrijk er rekening mee te
houden bij het inlaten van kustwater in het Gre-
velingenmeer via de sluis in de Brouwersdam.
De diversiteit van de levensgemeenschap is in
het kustwater wat lager dan in de Oosterschelde
als gevolg van grotere instabiliteit, lagere hel
derheid en lagere temperatuur. De Oosterschel
de fungeert bijvoorbeeld als kinderkamer voor
soorten als schol en tong, die voor de kust hun
paaigebieden hebben.
Gedurende de hoge afvoeren van de Rijn in het
voorjaar van 1978 zijn een aantal metingen uit
gevoerd langs de kust. Hierdoor kan een beter
inzicht worden verkregen in de verspreiding van
het Rijnwateren de indringing ervan in de
Oosterschelde. Het verloop van hetchloridege-
halte langs de kust wordt sinds enkele jaren
gevolgd door middel van dagelijkse monster
namen bij hoog-en laagwater op een aantal
plaatsen vanaf het strand. Met behulp van deze
waarnemingen kan langs statistische weg een
verband gevonden worden tussen het chloride
gehalte en de verschillende factoren die het
beïnvloeden. Er is inmiddels permanent regis
trerende meetapparatuur geïnstalleerd ineen
aantal lokaties voorde kust.
De gezamenlijke oppervlakte van de polders die
rechtstreeks op het Veerse Meer lozen bedraagt
bijna 16 000 ha, de oppervlakte van de buiten
dijkse gebieden niet inbegrepen. Ongeveer
15 200 ha wordt bemalen; de overige gebieden
zo'n 750 ha, lozen via uitwateringssluizen.
Sinds 1961 kent het Veerse Meer een waterhuis
houdkundig systeem van ontvangen, bufferen
en spuien. Dat wil zeggen, het water van de om
liggende belastingsbronnen, inclusief neerslag,
wordt continu ontvangen, in variërende hoe-