SCHOUWEN- OVERFLAKKEE
074 .25
Q2 A3
n„ 0.06^
DUIVELAND °;1 w
021 -
^07 402 - ^56
0,2
0,02
0.05 2.72
♦o.oi
0,19 0,03^
WALCHEREN
N-BEVELAND
ZUID-BEVELAND
0,39
THOLEN M
W €0,09
013
°'46A <^0,05
W5-47
0,13 ^0,07
0,01
m ""fc-
0,01 °P2 0,01 0,02
OVERFLAKKEE
SCHOUWEN -
0,74
1 NEERSLAG OVERSCHOF 0,2
0,19
N-BEVELAND
DUIVELAND
°J} 014 7
0,2
WALCHEREN
ZUID-BEVELAND
THOLEN
Fig 4. De gemiddelde zoet-
ws rbelasting op de Ooster
se! Ide in kubieke meters per
sec nde thans (boven) en na
1985
oden met weinig of geen regenval. De aanvoer
van water uit de Brabantse riviertjes en de pol
ders is dan minimaal en indien ten behoeve van
de peilbeheersing vanuit het Haringvliet slechts
een beperkte hoeveelheid water kan worden in
gelaten, kan in noodgevallen het middel van te
rugwinnen worden gehanteerd. In de tweede
plaats kan een ingetreden of te verwachten da
ling van het chloridegehalte van de Ooster-
schelde worden beperkt door de zoetwaterbe
lasting tot het uiterste te reduceren. Deze situ
atie kan zich met name voordoen wanneer het
chloridegehalte van het kustwater sterk gedaald
is door grote rivierafvoeren.
In beide gevallen, dus zowel in langdurig droge
als in langdurig natte perioden, zal het terug
winnen van zoet water gepaard gaan met een
sterke verhoging van de zoutbelasting op het
Zoommeer, waardoor de chloridegehalten op
373