Links: Uitwatering te Kattendij ke bij laag water Rechts: Uitwatering van de Steenbergse Vliet Beneden: De Steenbergse Vlie in West-Brabant Zoommeer verlangen zo gering mogelijk peil- wisselingen. Grote en frequent optredende peil- fluctuaties kunnen leiden tot kale oeverzones. Om nu te komen tot een inzicht in een voor alle belangen aanvaardbaar peilsysteem, zijn drie alternatieven geanalyseerd. Als eerste een peil met seizoenvariaties, waarbij de overgang plaatsvindt in najaar en voorjaar. Het verschil tussen zomer- en winterpeil bedraagt 0,50 m. Bij dit alternatief zijn twee varianten mogelijk: een laag zomerpeil en een hoog winterpeil, of juist omgekeerd, een hoog zomerpeil en een laag winterpeil. Het tweede alternatief is een vast peil, en ten derde een variabel peil met een boven- en ondergrens; onder invloed van het inlaat- en uitlaatbeheer zouden daarbij peilvari- aties van een halve tot een hele meter kunnen optreden. Uit de analyse bleek een variabel peil voor de waterhuishouding en de inrichting, maar voora voor het milieu ongunstig te zijn. Door de grote onvoorspelbare peilfluctuaties zullen zich geen stabiele oever- en aquatische ecosystemen kun nen ontwikkelen. Langs de oevers kunnen als gevolg hiervan kale, erosiegevoelige zones ver wacht worden, die tot een visueel minder aan trekkelijk landschap leiden. Van het alternatief peil met seizoenvariaties biedt de variant 'hoog zomerpeil/laag winterpe I' voor de waterhuishouding aantrekkelijke voor delen. Zo is het waterbergend vermogen bij de ze variant groot in de periode dat ook het wate - bezwaar een aanzienlijke omvang heeft. Voort is de watervoorziening van het omringende ge bied in de zomerperiode eenvoudig. Vanwege het periodiek afsterven van een ge deelte van de oeverflora en -fauna wordt de kar 378

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1979 | | pagina 52