overtreft. In dat geval zal de stormvloedkering worden gesloten op het moment dat de buiten waterstand het zogenaamde alarmpeil werkelijk overschrijdt (figuur c). Het alarmpeil ligt op ge lijke hoogte of iets hoger dan het sluitpeil. De onderlinge afstemming van beide peilen is nog onderwerp van studie. Deze sluitwijze leidt tot relatief hoge stagnante waterstanden op het Oosterscheldebekken. De hoogten van het sluit peil en alarmpeil bepalen welke maximale wa terstanden er in de toekomst op de Oosterschel- de zullen voorkomen. Kiest men deze peilen laag, dan zal de stormvloedkering vaak gesloten moeten worden, en de maximale waterstanden op het Oosterscheldebekken zullen overeen komstig laag zijn. Kiest men het sluit- en het alarmpeil hoog, dan zal de stormvloedkering niet zo dikwijls gesloten worden. De maximale waterstanden op het Oosterscheldebekken zul len dan echter hoger zijn. De hoogten van het sluit- en alarmpeil moeten nog worden gekozen. Voornamelijk aspecten van veiligheid en milieu moeten daarbij tegen elkaar worden afgewogen. Het milieu is gebaat bij een lage sluitfrequentie, gepaard gaande met hoge maximale waterstanden op het bek ken. Uit een oogpunt van veiligheid zal men on der meerte hoge maximale waterstanden willen vermijden. Op grond van deze overwegingen kunnen we nu twee alternatieven beschrijven voor de ontwerppeilen van de compartimente- ringsdammen. De eerste mogelijkheid is dat het ontwerppeil wordt gebaseerd op het huidige peil van be perkte dijkbewaking langs de Oosterschelde. Een tweede mogelijkheid is dat het ontwerppeil wordt afgestemd op de gekozen ontwerppeilen voor de partieel verhoogde dijken rond de Oos terschelde. Dit tweede alternatief heeft een ho- WATERSTAND WATERSTAND Verschillende hydraulische si tuaties waarin de stormvloed kering gesloten kan worden a. op de laagwaterkering b. met het doel een bepaalde binnenwaterstand te bereiken c. op het alarmpeil 398

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1979 | | pagina 16