Fig. 4. Dwarsprofielen van het spuikanaal volgens alternatief 1-4 DWARSPROFIEL ALTERNATIEF 1t/iïi4 4 3 2 35 m 58 m 105 m 11,50,m I. 50m 70 m3 100m3 I 150m3 m3/sec. ontworpen, terwijl de rest ongewijzigd biijft; bij alternatief 3b worden de andere infra structurele werken voor 150 m3/sec. gemaakt, maardespuisluis voor een capaciteit van 100 m3/sec. Bij alternatief 3c wordt uitbreiding tot 150 m3/sec. mogelijk gemaakt door het aan brengen van een bestorting op de bodem en de taluds van het kanaal en de bouw van een spui- sluis meteen capaciteit van 150 m3/sec. De benodigde oppervlakte voor het lozingsmid del bedraagt voorde hoofdalternatieven res pectievelijk 88, 100, 112 en 136 ha. Er zal respec tievelijks,^ 5 en 7 ha van het 21 ha grote popu- lierenbos ten zuiden van de Kreekrakbruggen gekapt moeten worden. Wat de visuele invloed op het landschap betreft is er tussen de alterna tieven geen verschil. Voor een goed beheer van het Zoommeer is het gewenst dat het beheersinstrumentarium, waaronder het lozingsmiddel, voldoende flexi biliteit heeft om in de toekomst aan uiteenlo pende wensen tegemoet te kunnen komen. Dit komt ook een goede afweging van de belangen van het Zoommeer, deOosterscheldeen deWes- terschelde ten goede. Hieruit volgt een voorkeur voor de alternatieven 3 en 4. 466

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1979 | | pagina 38