schorvorming enige compensatie verkregen wordt voor de vele schorgebieden die verloren gaan of gegaan zijn als gevolg van de Deltawer ken. Bovendien kan landschapsvorming hier als een interessant experiment gezien worden in verband met eventuele toekomstige specieber- gingsproblemen. Het opvullen van een put bij de kreekraksluizen, alternatief 5, heeft voor het milieu gunstige effecten, juist omdat specieber ging kan voorkomen dat er later een zoute put blijft bestaan in het zoete Markiezaatsmeer. De overige alternatieven hebben naar verwach ting geringe effecten op het milieu, terwijl er bij verbreding van de Markiezaatsdam, uitbreiding van de Molenplaat of de vorming van een depot bij de Oesterdamsluis landschappelijk extra mo gelijkheden voor toekomstige bestemmingen en functies geschapen kunnen worden. Uit een oogpunt van visserijbelangen is schor vorming ten westen van de Oesterdam weer on gunstig. Doordat de omkading tijdelijk is, kan er later slibachtig materiaal uit de specie in het wa ter van de Oosterschelde komen. Dit houdt risi co's in voor de visserij, met name in het gebied van de oesterkweek. Het zou kunnen leiden tot verhoging van het gehalte aan zwevend materi aal, dat dan weer door de schelpdieren gefil treerd en verwijderd moet worden. De energie die daarvoor nodig is, gaatten koste van de groei. Daarnaast komt hetfunctioneren van de verwaterplaatsen voor mosselen in gevaar, omdat dat slibarm water vereist. Ook zou er zwevend materiaal kunnen bezinken in het ge bied van de schelpdiercultures. De dieren kun nen daardoor afgedekt worden en sterven. Mineralisatie van de dode dieren kan zuurstof loosheid in de bodem tot gevolg hebben. Ten slotte is er mogelijk organisch materiaal in het 2 BERGEN OP ZOON XRABBCNO'JKE VERHUURDE MOSSEL-EN OESTERPERCELEN VERHUURDE PERCELEN IHv WEERVISSER'J 469

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1979 | | pagina 41