Dijkversterkingen in Friesland
Ingevolge de Deltawet worden ook de zeedij
ken in Friesland op Deltasterkte gebracht. In
1963 werd daarmee - na afwerking van een eer
ste zwakke-plekkenplan - daadwerkelijk een
begin gemaakt. Vanaf Zurich, het aansluitpunt
met de Afsluitdijk, werd oostwaarts gewerkt. In
1975 was het gemaal Swarte Harne te Zwarte
Haan bereikt, 30 km noordoostelijk van Zurich.
Inmiddels was men ook begonnen vanuit het
oosten westwaarts te werken, vanaf het dijkvak
voor de Anjumer- en Lioessenserpolder, dat als
onderdeel van de Lauwerszeewerken al in 1967
was versterkt. Tot op heden zijn aan deze kant
vier dijkvakken verbeterd, hetgeen de totale
lengte van de uitgevoerde Deltaverhogingen op
het Friese vasteland op 48 km brengt. Wel moet
nog vanaf Zurich over ca. 19 km de steen bekle
ding op het buitenbeloop opgetrokken worden.
Globaal hebben de uitvoeringskosten daarvan
totnutoef 100 miljoen bedragen.
Tussen Holwerd en Zwarte Haan ligt nu nog 21
km hoogwaterkering onverbeterd. Voor met de
uitvoering van dit gedeelte kan worden begon
nen zal eerst een beslissing moeten worden ge
nomen over de aanvaardbaarheid van de indij
king die het provinciaal bestuur hier wenst.
In 1978 zijn twee dijkvakken gereedgekomen
tussen Holwerd en Ternaar. Aangezien ze nog
niet in deze Berichten werden beschreven,
wordt er deze aflevering aandacht aan besteed.
't Schoor en de Ternaarderpolder
Het dijkvak langs 't Schoor en de Ternaarderpol
der werd op8maart1976 aanbesteed. De uit te
voeren werken bestonden in hoofdzaak uit het
verhogen en verzwaren van de bestaande zee
dijk over een lengte van 4,8 km. De hoogte van
de oude zeedijk bedroeg langs de Ternaarder
polder N.A.P. 5,70 m en langs 't Schoor N.A.P.
6,00 m. De nieuwe zeedijk is ontworpen op
een blijvende kruinhoogte van N.A.P. 8,05 m
voor het dijkgedeelte langs de Ternaarderpol
der en van N.A.P. 8,10 m voor het dijkgedeel-
te langs 't Schoor. De hoogte is gebaseerd op
een ontwerp-stormvloedpeil van N.A.P. 5,50
m. De hoogst bekende stormvloed voor dit kust-
482
gedeelte bereikte te Wierum op 3 januari 1976
een stand van N.A.P. 3,70 m.
In hetontwerp van de nieuwe zeedijk is het
tracé van de bestaande dijk aangehouden. Hier
door kon de uit landschappelijk oogpunt inte
ressante inspringende hoekvan dezeedijk met
voorgelegen zomerpolder bij 't Schoor be
houden blijven. Tussen Wierum en 't Schoor lag
een buitendijkse verzwaring voor de hand, al
leen al in verband met het behoud van de buurt
schap 't Schoor. Technisch en financieel was dit
ook de beste oplossing. Langs de Ternaarder
polder is dedijknaar binnen toe verzwaard als
voortzetting van een eerder in zand uitgevoerde
provisorische versterking in het kader van het
zwakke-plekkenplan. Mede in verband met de
vóór de dijk aanwezige dikke sliklagen van de
landaanwinningswerken was een buitendijkse
verzwaring hier, in tegenstelling tot bij 't Schoor,
technisch en financieel niet aantrekkelijk. Dank
zij meespelen in de ruilverkaveling gaf de grond
verwerving geen problemen.
De verhoging van de zeedijk is uitgevoerd met
een zandkern. Op het buitenbeloop van het
dijkvak langs 't Schoor werd tot N.A.P. 2,50 m
een 20 cm dikke verdediging aangebracht van
koperslakblokken, met daarboven tot N.A.P.
7,20 m een asfaltbetonbekleding. Voor het dijk
gedeelte langs de Ternaarderpolder werd in het
ontwerp uitgegaan van een 25 cm dikke talud
bekleding met koperslakblokken, tot N.A.P.
4,60 m, met daarboven tot N.A.P. 6,85 m een
asfaltbetonbekleding. Tengevolge van ernstige
moeilijkheden bij de levering van de koperslak
blokken werd het ontwerp tijdens de uitvoering
gewijzigd. In plaats van deontworpen 25cm dik
ke koperslakblokken werd een 20 cm dikke as
faltbetonglooiing aangebracht. Dit was ove
rigens slechts mogelijkdooreeninde Neder-