voldoende, ook als het schip drijvende de pijler
afzinkt. Het wordt dan in het sluitgat aan een ge
reedliggende ponton afgemeerd. Op deze af-
meerponton wordt ook een opschoon-installa-
tie verbonden, die de plaats waar de pijler moet
terechtkomen, vooraf nog zandvrij maakt. Het
hefschip krijgt een zeker eigen motorvermogen,
om te zorgen dat het in het bouwdok zelfstandig
kan manoeuvreren.
Bij proeven in het laboratorium bleek dat de pij
ler ook zonder geleidef ra me voldoende rustig in
de takels blijft hangen, dank zij zijn grote ge
wicht.
De Oosterschelde achter de stormvloedkering
In september 1977 werd de Stuurgroep Ooster
schelde ingesteld; zij moet zich bezighouden
met de planologische ontwikkelingen in het
Oosterscheldegebied na 1985. Deze commissie
heeft de problematiek waarmee ze zich bezig
houdt geïnventariseerd, een interimbeleid voor
gesteld en de richting aangegeven waarin ver
der onderzoek zal moeten worden gedaan.
De hoofddoelstelling van het beleid moet zijn:
handhaving en versterking van de natuurfunctie
van de Oosterschelde. Toch moeten er regelin
gen getroffen worden die andere belangen in
passen in het beheer: allereerst visserijbelan-
gen, dan ook enige recreatie en scheepvaart.
Ten aanzien van de recreatie is men uiterst te
rughoudend. Voorlopig wordt uitbreiding van
de watersportfaciliteiten toegestaan met 1500
ligplaatsen voor plezierjachten.
De capaciteit van het lozingsmiddel Zoommeer
Het zoete Zoommeer, gelegen in het meest oos
telijke gedeelte van de Oosterschelde, heeft
voorzijn peil-en kwaliteitsbeheer een uitlaat-
sluis nodig aan de zuidzijde. Deze sluis watert af
op de Westerschelde; tussen het Zoommeer en
de sluis moet een kanaal gegraven worden,
dwars door Zuid-Beveland. Via berekeningen en
proeven is getracht vast te stellen welke capaci
teit kanaal en sluis dienen te hebben. Er zijn vier
alternatieven opgesteld. De Commissie Com
partimentering Oosterschelde heeft geadvi
seerd tot een sluiscapaciteit van 150 m3/sec, en
een verbindingskanaal met voorlopig een af-
voercapaciteit van 100 m3/sec, die later kan wor
den uitgebreid.
Berging van specie uit het lozingsmiddel Zoom
meer
Door de aanleg van het verbindingskanaal tus
sen het Zoommeer en de uitwateringssluis op de
Westerschelde komt een hoeveelheid bouw
technisch onbruikbare specie vrij waarvoor een
depot moet worden gevonden van 6,5 miljoen m3
inhoud. Een projektgroep heeft negen mo
gelijke lokaties voor dit depot onderzocht. Ze
komt tot de conclusie dat thans slechts een
deel beslissing kan worden genomen. In elk ge
val zullen verschillende depots in combinatie
moeten worden gebruikt. Men overweegt dem
ping van een put in het toekomstige Zoommeer
zelf, uitbreiding van het zanddepot Molenplaat,
gedeeltelijke demping van een geul in de Wes
terschelde, en eventueel schoraanleg ten
noorden van de Oesterdam.
De vegetatie-ontwikkeling op de Slikken van
Flakkee
Sedert 1972 wordt op de Slikken van Flakkee,
een buitendijks gebied in het zoute Grevelin-
genmeer, landschapsoecologisch onderzoek
verricht; dit omvat onder meer onderzoek naar
de vegetatie-ontwikkeling op de schorren en
slikken van het gebied. De veranderingen wor
den beschreven die achtereenvolgens zijn op
getreden nadat door sluiting van de Brouwers-
dam de getijbeweging in de Grevelingen was
weggevallen. Het proces van vegetatie-opvol
ging is nog niet tot stilstand gekomen, maar het
begint al wel langzamer te verlopen.
Dijkversterkingen in Friesland
Ingevolge de Deltawet worden ook de zeedijken
in Friesland op Deltahoogte gebracht. In 1978 is
het 7 km lange stuk tussen de veerdam te Hol-
werd en 't Schoor gereedgekomen. De nieuwe
kruinhoogte bedraagt overal meer dan 8 m. Het
werk verliep over het algemeen vlot, hoewel er
enkele moeilijkheden optraden bij de zandwin
ning in de Waddenzee.
488