de pijler horizontaal te stellen zou het hefschip dan ook corrigerende krachten moeten kunnen uitoefenen. Dat zou enige kostbare eisen toe voegen aan de ontwerpeisen voor het hefschip. Nadere beschouwingen brachten aan het licht dat de skirts in de eindfase niet sterk genoeg ge dimensioneerd konden worden om de horizon tale belastingen te weerstaan. Bovendien bleek de kans vrij groot dat de skirts voortijdig zouden wegroesten. Van de toepassing van skirts is dan ook afgezien. In plaats hiervan worden grindworsten rondom de pijlervoet gelegd. Uit proefnemingen bleek echter dat bij toepassing van grindworsten op een zandlaagje op een waterdoorlatende bo venlaag van het funderingsbed uitspoeling op treedt. Dit gevaar is nu ondervangen door het funderingsbed onder de grindworst waterdicht en de grindworst zelf waterdoorlatend te ma ken. De waterstroom verdwijnt dan in de grind worst, waarin filtermateriaal aangebracht is. De plaatsingsmethode bepaalde voor een be langrijk deel de dimensionering van de pijlers. Lange tijd werd uitgegaan van een hefschip op poten, dat de pijler voldoende nauwkeurig vlak boven het funderingsbed zou stellen. Onder de vier hoeken van de pijler zou dan in grote nylon zakken onder hoge druk - 5 atmosfeer - een mengsel van cement, zand en water geperst worden. Er wordt dan een draagkrachtig zand- skelet gevormd, dat de pijler onmiddellijk vol doende stabiel maakt voor de stormen die in de bouwfase kunnen worden verwacht. Door latere ontwikkelingen kwamen de stelpoten van het hefschip te vervallen. Bij de huidige vormge ving, met verstevigingsribben onder de pijler voet, kan de pijler rechtstreeks op hetfunde- ringsbed geplaatst worden. Na het plaatsen van de pijler met ribben op het funderingsbed is de pijler, gevuld met water, voldoende stabiel voor de belastingen die in de bouwfase kunnen optreden. Na het aanbrengen van de drempel en de ver- keerskoker wordt de pijlervoet leeggepompt. In de pijlervoet worden groutpompen opgesteld om de ruimte tussen funderingsbed en pijler te vullen met cement, zand en water. De onderkant van de pijlervoet is gecompartimenteerd en ge profileerd. De profilering bestaat uit ribbetjes van 5 x 5 cm2; ze wordt gevormd uit als verlo ren bekisting gevouwen staalplaat. Een onver hoopte sliblaag op het zand-cementmengsel kan dan opgenomen worden in de profilering. Als samenstelling voor de navulling is een mengsel gekozen van 250 a 300 kg cement, zand, water en een hulpstof. 440

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1979 | | pagina 12