Het pijlerontwerp Volgens het tijdschema voor de bouw van de stormvloedkering in de Oosterschelde moest in het voorjaar van 1979 worden begonnen met de constructie van de pijlers. Het ontwerp van de pijlers is inderdaad tijdig definitief geworden, met het gevolg dat de pijlers nu zelf gaan funge ren als randvoorwaarden voor het overige ont werp. Dit definitieve ontwerp, en de ontwikke lingen ervan sedert mei 1977, toen besloten werd de pijler uit één stuk te maken, worden in dit artikel beschreven. De pijlers hebben verscheidene functies, waar van de volgende in het oog springen: Allereerst vormen zij tezamen met de onder- en de boven dorpel een kozijn voor de beweegbare schui ven; vervolgens functioneren ze als onderdeel van de totale kering, dus waterkerend. Hiervoor is een goede aansluiting nodig met de omrin gende steenachtige materialen; dan moeten zij de belastingen die worden uitgeoefend op de waterkerende vlakken, afdragen naar de onder grond; en tenslotte dragen zij de overbrugging. Overigens dienen de pijlers de doorvoer van water zo min mogelijk nadelig te beïnvloeden en zo weinig mogelijk belasting naar zich toe te trekken, die niet onmiddellijk voortvloeit uit de waterkerende functie; ze moeten transportabel zijn en zich lenen voor serieproduktie. Willen we ons in het vervolg van dit artikel dui delijk kunnen uitdrukken, dan is nu een nadere omschrijving wenselijk van de naamgeving van de diverse onderdelen van de pijler. De grote doosvormige constructie aan de on derzijde heet pijlervoet, de bodem daarvan voetplaat. De holle ruimte onder de voetplaat wordt na de plaatsing ondervuld met grout, een grof zand/cementmengsel, dat moet zorgen voor goede aansluiting op het funderingsbed. Ten behoeve van de aansluiting aan de drem- 433

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1979 | | pagina 5