1 lasting door golfklappen wordt nog een aanvul lend onderzoek uitgevoerd. Daarnaast zijn er constructieve randvoorwaar den waaraan het schuifontwerp moet voldoen. De schuif als geheel moet een torsieslappe constructie zijn; de waterkerende beplating moet aan de Oosterscheldezijde van de schui ven worden geplaatst en de schuiven moeten worden uitgevoerd als hefschuiven met glijdop- leggingen. De torsieslapte is nodig om rotatieverschillen tussen twee naast elkaar gelegen pijlers zonder al te grote spanningen te kunnen opnemen. Dit betekent dat de constructie 'open' moet zijn, dus niet kokervormig. De plaats van de waterkerende beplating hangt nauw samen met de plaats van de dorpelbalken ten opzichte van de schuiven. Ook het trillings gedrag van de constructie wordt hierdoor sterk bepaald. De waterkerende beplating moet bo vendien zo op de dorpelbalken aansluiten dat een betrekkelijk dichte constructie ontstaat. Om de verticale belastingen van de golfklappen op te vangen zou een beplating aan de Noordzee zijde van de schuiven de voorkeur verdienen. Een goede hydraulische vormgeving vereist dat de dorpelbalken dan onder de schuiven worden geplaatst. Dit houdt in dat montage van de schuiven pas kan plaatsvinden nadat de dorpel balken zijn geplaatst. Binnen het voor de bouw van de kering gestelde tijdschema is dat echter niet mogelijk, mede omdat de stroomsneiheden in de sluitgaten dan tijdens de bouwfase te groot worden. Op grond daarvan is uiteindelijk gekozen voor plaatsing van de waterkerende beplating aan de Oosterscheldezijde. •5.80 •1.20 I NOORDZEE VAR. OOSTERSCHELDE _L. Fig. 1. Schema van een schuif- constructie met de beplating aan de Noordzeezijde Fig. 2. De schuif in boven- en gedeeltelijk opengewerkt voor aanzicht VOORAANZICHT 502

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1979 | | pagina 14