U1195mi
U720 m
WERKEILAND NEELTJEJANS WERKEILAND ROGGENPLAAT
40 J L
STROOMGEUL SCHAAR VAN ROGGENPLAAT
40 j
STROOMGEUL HAMMEN
plating te worden geplaatst. De torsiestijfheid
van de schuiven blijft dan nog betrekkelijk klein.
De eindharren voeren de op de schuiven wer
kende horizontale belastingen en momenten via
de schuifaanslagen af naar de pijlers. Over de
gehele hoogte van de eindharren zijn glijdvlak-
ken aangebracht (fig. 4). Deze glijdvlakken be
vinden zich aan beide zijden van de eindharren,
opdat de belasting op de schuiven zowel in de
richting van de Oosterschelde als in de richting
van de Noordzee kan werken. Het materiaal van
het glijdvlak moet in combinatie met het materi
aal van de schuifgeleiding op de pijler een lage
wrijvingscoëfficiënt hebben, zodat de krachten
die nodig zijn om de schuiven onder verval- en
golfbelasting te bewegen, laag blijven. Belang
rijk is ook de verhouding tussen de statische en
de dynamische wrijvingscoëfficiënt. De stati
sche wrijvingscoëfficiënt is de waarde van de
wrijvingscoëfficiënt op het moment dat een
schuif begint te bewegen; de dynamische wrij
vingscoëfficiënt is de waarde tijdens het bewe
gen. Bij de meeste materialen is de statische
wrijvingscoëfficiënt groter dan de dynamische.
Deze verdeling zou ertoe leiden dat de schuiven
schoksgewijs bewegen. En dat veroorzaakt
weer snelle krachtfluctuaties in de hefcilinders
van het bewegingswerk en kan tevens aanlei
ding geven tot ongewenst trillingsgedrag van
de schuiven. De verhouding tussen de statische
en de dynamische wrijvingscoëfficiënt mag
daarom niet groter zijn dan 1,5. Naast een lage
wrijvingscoëfficiënt moet het materiaal voor de
glijdvlakken ook een grote slijtvastheid hebben
en bestendig zijn tegen zeewater. Omdat voor
de glijdvlakken gedacht wordt aan het toepas
sen van kunststoffen, is ook de gevoeligheid
voor veroudering van belang.
505