De afregeling van het wiskundig model Randdelta II De bestudering van het hydraulische gedrag van onze zeegaten en estuaria is tegenwoordig ondenkbaar zonder de hulp van wiskundige mo dellen en computers. Het begrip 'model' houdt al in, dat de werkelijkheid er geschematiseerd in wordt voorgesteld. Bij een één-dimensionaal wiskundig model wordt het gebied waarop het betrekking heeft, geschematiseerd tot een net werk van geulen die in knooppunten samenko men. In deze geulen en knooppunten kan men dan stromen en waterstanden berekenen langs numeriek-wiskundige weg. In principe zal zo'n één-dimensionaal IMPLIC-model alleen ge schikt zijn voor gebieden die een duidelijke geu lenstructuur bezitten. Voor getijberekeningen in bijvoorbeeld de Noordzee zijn ze niet bruikbaar. Als men, voor wat betreft de Ooster- en Wester- schelde, tevreden is met de waterstanden en een beeld van de grootschalige waterbeweging door de geulen, dan biedt een één-dimensio naal model daarvoor een goede benaderings methode. Vaak heeft men echter behoefte aan meer gedetailleerde informatie; men wil bij voorbeeld weten hoe een stroming dwars over de geulen verdeeld is of hoe het water over de platen stroomt. In zulke gevallen biedt een twee-dimensionaal wiskundig model een betere benadering. Bij de Deltadienst is een systeem in gebruik waarbij het te onderzoeken gebied overdekt wordt gedacht door een netwerk van vierkan ten. In ieder van deze vierkanten worden, met tijdsintervallen die meestal tussen de 1 en 10 minuten liggen, bepaalde waarden berekend, zoals de stroomsnelheid, de waterstand en de concentraties van opgeloste stoffen. Een van de eerste toepassingen van deze twee dimensionale wiskundige modellen in Neder land was het Randdelta-model (Bericht 54, no vember 1970). Hoezeer dit model ook een ver nieuwing betekende in de wiskundige model techniek, voor het onderzoek ten behoeve van de bouw van de stormvloedkering voldeed het niet. Weliswaar bestonden er naast het Randdelta- model inmiddels ook al tweedimensionale mo dellen van de Ooster- en Westerschelde, maar een aantal belangrijke problemen leek met deze drie losse modellen toch niet goed oplosbaar. Er werd met name gezocht naar een model dat betrouwbare informatie kon verschaffen met betrekking tot de uitwisseling van water en daarin opgeloste stoffen tussen de beide Schel- de-estuaria onderling en met het aangrenzende zeegebied. De oplossing werd gevonden in de bouw van nieuwe wiskundige modellen van tot dan toe ongekende omvang: Randdelta II, met 15 000 roosterpunten en Scheldes met 23 000 rooster- punten. Ter vergelijking: het oorspronkelijke Randdelta-model had nog geen 3 000 rooster punten. Bij beide modellen wordt het nieuwe re kenprogramma Waqua toegepast dat, in tegen stelling tot het bij Randdelta gebruikte program ma, ook het droogvallen en onderlopen van on diepten kan simuleren, alsmede de invloed van de wind op de waterbeweging. Een nog belang rijkervoordeel van Waqua, dat al in de naam besloten ligt, is dit: behalve de waterbeweging kan men er ook waterkwaliteitsparameters- Water Quality - mee berekenen. Ook kan er het effect van verschillen in zoutgehalte op de wa terbeweging in worden onderzocht. Randdelta II is een model met mazen van 800 meter, dat voor wat betreft het zeegebied grotendeels sa menvalt met het oorspronkelijke Randdelta-mo del. Landinwaarts strekt het zich echter veel ver- 517

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1979 | | pagina 29