y
OORSPRONKELIJK
RD MODEL
\s
A
VNL
v SCHELDES MODEL
1 ZEEGEBIED
r— /-
4: KEETEN -
VOLKERAK
"7/
0
T y 2. WESTERSCHELDE
RANDDELTA tl MOOEL
der uit: het omvat tevens de Ooster- en Wester-
schelde.
De modelranden liggen ver af van de Ooster-
scheldemond, waar door de bouw van de
stormvloedkering belangrijke hydraulische ver
anderingen zullen plaatsvinden. Bij het gebruik
van het model kan men er dus van uitgaan dat
de getijbeweging en de waterkwaliteit aan de
rand nauwelijks nog beïnvloed wordt door de
Oosterscheldewerken. Dat is natuurlijk een be
langrijke voorwaarde voor de bruikbaarheid van
het model. De maaswijdte van 800 m is, zeker
voor het binnengebied, aan de grote kant, maar,
zoals verderop in dit artikel zal blijken, zij is toch
fijn genoeg om de waterstanden overal goed te
benaderen. Voor wat betreft de stroomsnelhe-
den in de estuaria kan men aan een grofmazig
model als Randdelta II niet veel meer dan een
globale indruk ontlenen. Daarom wordt Randdel
ta II gecomplementeerd door het fijnmazige
model Scheldes, dat met een 400 meter-net vol
doende nauwkeurig is om ook allerlei vrij gede
tailleerde problemen op het gebied van
stroomsnelheden en waterkwaliteit te simule
ren. De rand van het Scheldes-model ligt echter
veel dichter bij de mond van de Oosterschelde
en wel zo dicht dat de invloed van de bouw van
de stormvloedkering op de getijbeweging hier
merkbaar zal zijn. Daarom zullen de randvoor
waarden van Scheldes in een bepaalde situatie
steeds ontleend moeten worden aan een Rand
delta ll-berekening voor dezelfde situatie.
Men kan de vraag stellen waarom een dergelijk
omslachtige weg gekozen wordt, waarom men
de maaswijdte van Randdelta II niet eenvoudig
gehalveerd heeft.
Het antwoord is van puur rekentechnische aard:
er is waarschijnlijk in de gehele wereld geen
Fig. 1. Gebieden waarop de
twee-dimensionale modellen
RD-I, RD-II en Scheldes betrek
king hebben
Fig. 2. Deelmodellen die wer
den gebruikt bij het afregelen
van RD-II
Fig. 4. Het model Randdelta-ll
Fig. 5. Detail van RD-II, noord
oostelijk deel
Fig. 3. Gevoeligheid voor bo
demweerstand in het model
OOSTERSCHELDE i BURGSLUIS TOT BERGEN OP ZOOM)
0 6 0 8 10
BODEMWEERSTAND
FASE - VERSCHUIVING
AMPLITUDE VERSTERKING
518