Meten tijdens varen. Foto links: Een ballastlichaam met stabili satievinnen met daar bovenop een pakket sensoren Uit de diepere waterlagen moeten monsters worden op gepompt. Ook hiervoor is ap paratuur ontworpen (Foto rechts) te frequentie, die varieerde van eenmaal per week tot eenmaal per vier weken, werden vaste monsterpunten bezocht. Dat waren zowel pun ten in de Deltabekkens als lozingspunten, bij voorbeeld uitlaten van poldergemalen. De pun ten in de Noordzee werden overigens minder intensief bemonsterd; niet vaker dan enkele ma- per jaar. De metingen werden gedeeltelijk ter plekke verricht met elektrische sensoren. Maar dat was niet altijd mogelijk. Een aantal metin gen, met name de nat-chemische bepalingen, moesten in het laboratorium worden verricht. Uit detabel op p. 527 blijkt, welke metingen ter plaatse en welke in het laboratorium gedaan werden. Het aantal monsters dat het laboratorium be reikte was niet gering, oplopend tot 100 stuks per dag, waarvan gemiddeld 20 variabelen be- 525

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1979 | | pagina 37