aukfield ekofisk
pennzoil^
Fig. 2. Booreilanden op de
Noordzee met metereologi-
sche meetapparatuur, o.a. ter
controle van het GONO-model
Fig. 1. Meetopstellingen in het
Deltagebied waarvan FIISTOS
gebruik maakt
volg zouden kunnen hebben voor zowel men
sen als materieel.
Er zijn natuurlijk nog vele andere activiteiten
waarbij dezelfde problematiek een rol speelt, zij
het in mindere mate of bij andere waarden van
de hydro-meteo parameters. Te denken valt aan
het verdichten van de bodem met een verdich
tingsschip en het plaatsen van dorpelbalken en
stalen schuiven.
Behalve prognoses zijn ook directe waarnemin
gen in de natuur nodig. Vooral het bewaken van
de voorspellingen en het maken van nieuwe
prognoses is daarbij van belang. Ook kan een
meting op één plaats voor een andere plaats
vanwege de onderlinge afstand een voorspel
lende waarde hebben. Een aantal metingen
wordt rechtstreeks bij de uitvoering gebruikt,
zoals de waterstand en de stroomsnelheid ter
plekke van de operaties.
De uitvoering van de compartimenteringswer-
ken vraagt informatie over het getij voor en ach
ter de dammen, de zoutpenetratie, de golfbewe
ging en over de verwachtingen van de weers
omstandigheden nabij de dammen. Kennis van
de stroomsnelheden is hier niet alleen van belang
voorde bouwkundige operaties, maar ook voor
de scheepvaart op de Schelde-Rijn verbinding.
De gegevensinwinning geschiedt behalve ten
dienste van de bouwactiviteiten echter ook ten
behoeve van milieuverkenning en -bewaking.
Bij de keuze voor de bouw van een afsluitbare
stormvloedkering in plaats van een volledige af
dichting van de Oosterschelde heeft de wens tot
milieubehoud en milieubescherming een
doorslaggevende rol gespeeld. Milieuverken
ning en -bewaking is derhalve een uiterst be
langrijk onderwerp. De zout/zoet-waterverhou-
ding, een zeer belangrijk onderdeel van het
milieu, onderhoudt een nauwe relatie met de
waterbeweging. De automatische gegevensin
winning voor de verkenning en bewaking is in
het project FIISTOS ondergebracht.
Allereerst wordt de situatie van vóór de bouw
van de stormvloedkering vastgelegd. Deze situ
atie kan dan als referentie worden aangehou
den bij de waarneming en bestudering van het
milieu tijdens en na de uitvoering van de wer
ken. Een probleem vormt nog het gebrek aan
geschikte meetinstrumenten voor continue me
tingen. De ontwikkeling van die instrumenten
moet dan ook als onderdeel van het werkpakket
worden gezien. De milieubewaking in de be-
heersfase, dat wil zeggen na de bouw van de
stormvloedkering, zal een permanent karakter
hebben en deel gaan uitmaken van het grotere
geheel van het landelijke, ten dele automati
sche, waterloopkundig informatiesysteem
(LAWIS).
De studie van de waterbeweging in het bekken
en de daaraan grenzende gebieden houdt aller
eerst in dat er randvoorwaarden worden gele
verd voor hydraulische en waterkwaliteitsmo
dellen. Gedurende de bouw van de stormvloed
kering zullen mogelijk al enkele modellen ope
rationeel gebruikt worden; daarvoor is snelle in
formatie noodzakelijk over de juiste instelling.
Dit wordt bereikt door simultane metingen van
waterstanden, -stromen en, zo mogelijk, debie-
ten. Daarnaast moet de invloed van de werken
op de waterbeweging en de bodemmorfologie
in de gaten gehouden worden. Gegevens dien
aangaande dienen dan weer als stuurinformatie
ten behoeve van de voortgang van de bouw
werkzaamheden. Verder moet de doorspoeling
van bepaalde delen van de waterbekkens wor
den gecontroleerd, speciaal met het oog op mi
lieu-aspecten als het transport van nutriënten
495