Fig. 3. Stroming door het 3. kolkwandriool Fig. 4. Kolkwand als in de Kreekraksluizen (links), en volgens het ontwerp van de Philipsdamsluizen doorsnede van de duwvaartsluizen, teneinde het samenspel te bestuderen van kolkwand en vloer. Dat was dus een twee-dimensionaal on derzoek; aangezien het uitwisselen en nivelle ren in dwarsrichting plaatsvindt, werd daarbij telkens een moot van de sluiskolk op schaal weergegeven. Dit onderzoek is overigens nog niet afgerond. De kolkwand De kolkwand van de Philipsdamsluizen wijkt qua vormgeving af van die van de Kreekrakslui zen (figuur4). De kolkwand in de Kreekrakslui zen is aan de sluiskolkzijde uitgerust met een ni- veauschuif, die tijdens het schutten een vaste positie inneemt. Een wandschuif in het kolk wandriool regelt het zoetwaterdebiet door de kolkwand. Onderzoek naar de vormgeving van de kolkwandriolen in de Philipsdamsluizen heeft geresulteerd in een vormgeving met af dichtende regelschuiven. Een argument voor deze verandering was dat bij de vormgeving van de kolkwand met niveauschuif de ruimte tussen de wandschuif en de niveauschuif tot de kolkinhoud gerekend behoort te worden, daar pas de wandschuif de scheiding is tussen het omarmend zoet en het water in de sluiskolk. Bij een schutting van het zoete naar het zoute mi lieu staat er in dit gedeelte zoet water dat extra wordt uitgewisseld naar het zoute pand; het gaat hier om een volumevermeerdering van ca. 3 van het gedeelte van de sluiskolk boven de geperforeerde vloer. In een kolkwand met af dichtende regelschuif bevindt de scheiding tus sen het water in de kolk en het omarmend zoet zich daarentegen aan de sluiskolkzijde van de kolkwand; er wordt geen extra volume water AFDICHTENDE REGELSCHUIF ZOUTTONG OMARMEND ZOET ZOET 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 28