den van een groot aantal peilmeetstations, via een transmissiesysteem over P.T.T.-lijnen. Deze stations zijn de reeds genoemde vijf basissta tions-waarvan de waterstanden overigens ook in de weerkamer van het K.N.M.I. geregistreerd worden Vlissingen, Hoek van Holland, Den Helder, Harlingen en Delfzijl, en voorts de ne venstations Zierikzee, Rak Zuid, Dordrecht en Lauwersoog. Via een ander transmissiesysteem worden bovendien de waterstanden van het olieplatform K 13 A - Pennzoil - en de meetpaal Huibertgat ontvangen en geregistreerd; uitbrei ding met een station in het noordelijke deel der Noordzee behoort nog tot de wenselijkheden. Bovendien worden via de telex waterstanden ontvangen van een aantal stations aan de Engel se oostkust, te weten Wiek, Immingham en Lowestoft (fig. 1De berichtenkamer is verder voorzien van een groot aantal telefoons, auto matische telefoonbeantwoorders, een recht streekse telefoonlijn met het K.N.M.I. via het in- ductornet en een telex. Het is duidelijk dat het waarschuwingssysteem en het functioneren van het waarschuwingsbu reau geheel afhankelijk is van goede lijnverbin dingen. Er is dan ook een schaduwberichtenkamer inge richt in het gebouw van de Hoofddirectie van de Waterstaat elders in Den Haag; bij eventuele lo kale storingen zoals kabelbreuk kan naar die plaats worden uitgeweken. Voorts zijn voorzie ningen getroffen om ook omvangrijker storin gen het hoofd te kunnen bieden. Zodra het waarschuwingsbureau zijn werk zaamheden begint, wordt, mede ten behoeve van de verbindingen in de rest van het land, de verbindingsdienst van de P.T.T. ingelicht. Ook een aantal andere personen en diensten wordt direct op de hoogte gesteld. Eén van deze instanties is de telegraafdienst van de P.T.T., aangezien die voorbereid dient te zijn op het verzenden van waarschuwingste legrammen. In de telegraafkantoren moet dus voldoende personeel aanwezig blijven om deze taak snel uit te voeren. Het werk in het waar schuwingsbureau zelf begint met het constru eren van de ongestoorde getijkrommen die gel den voor de basisstations en de nevenstations. Voor het tekenen van deze astronomische getij- krommen gebruikt men de hoogwater- en laag- watergegevens uit de getijtafels en bundels met gemiddelde getijkrommen van de betreffende stations. Dit werk wordt uiterst nauwkeurig ge daan, aangezien de astronomische krommen de basis vormen voor het bepalen van de water standsverhoging. Zij worden tijdens de zitting namelijk vergeleken met het werkelijke water standsverloop volgens de tele-registraties; het verschil tussen beide levert de actuele water standsverhoging op voor het betrokken station. Van de twee meer zeewaarts gelegen meetpun ten K 13 A, 100 km ten westen van Den Helder, en Huibertgat, 10 km ten noordoosten van Schiermonnikoog, is het momenteel nog niet mogelijk een betrouwbare getijkromme te voor spellen. De stations zijn daarvoor nog te kort in bedrijf. Van de stations aan de Engelse oostkust worden naast de waterstanden ook de opzetge- gevens ontvangen. In bepaalde gevallen kan men uit deze informatie conclusies trekken over de te verwachten verhogingen aan onze kust. Indien de ingenieur van dienst op grond van de berekeningen van het K.N.M.I. en de feitelijke ontwikkelingen verwacht dat de waterstand in een of meer basisstations zekere peilen zal over schrijden, kan hij na overleg met de dienstdoen de getijmeteoroloog en nn verkregen toestem ming van de hoofdingenieur-directeur van zijn directie en van de Hoofddirectie van de Water staat besluiten een waarschuwingstelegram te doen uitgaan. Het door de zee bedreigde gebied is daartoe in gedeeld in een aantal sectoren, te weten Schelde, West-Holland, Dordrecht, Den Helder, Harlin gen en Delfzijl (fig. 2). Dit is gedaan omdat de uitgestrektheid van de kust en de verschillen in vorm en oriëntatie meebrengen dat de verho gingen langs de kust aanzienlijk kunnen ver schillen. Bovendien liggen de tijdstippen van hoogwater van zuid naar noord ver uiteen; een hoogwater looptin ongeveer 10 uur van Vlis singen naar Delfzijl, waardoor het maximale stormeffect op verschillende plaatsen kan sa menvallen met verschillende fasen van het ge tij. Een maximum-stormeffect tijdens laagwater is minder gevaarlijk dan tijdens hoogwater. In de meeste gevallen zal de maximale opzet slechts in een beperkt deel van de kust samen vallen met het hoogwater. De stormvloedwaar schuwingen worden daarom afzonderlijk per sector gegeven. Een uitzondering hierop vormt de sector Dordrecht, die gekoppeld is aan de sector West-Holland. De waarschuwing bestaat uit een advies voor beperkte dijkbewaking, het zogenaamde 'B-te legram', of uit een advies voor uitgebreide dijk bewaking, het 'U-telegram'. De daarbij gevolgde procedure komt straks ter sprake. Het waarschuwingsbureau neemt de beslissing over het versturen van SVSD-telegrammen ge woonlijk niet later dan 6 uur voor het eerstko mende hoogwater. Van belang voor de beslis sing de telegrammen al of niet te verzenden zijn in eerste aanleg de verwachte waterstanden in het basisstation van de desbetreffende sector. Als maatstaf voor het verzenden van een B- of U-telegram zijn voor deze stations en voor Zie rikzee, Rak Zuid en Lauwersoog zogenaamde B- 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 9