pB.G. ii Fig. 1. Golfmeetpalen in de Oosterschelde-monding :ig.2. Gedeelte van een golfre- gistratie die een heel kleine kans hebben om op te tre den. Voor de stormvloedkering in de Ooster- schelde kan daarbij gedacht worden aan de ex treem hoge golven die behoren bij de super- storm waarop de stormvloedkering is ontwor pen. In Bericht 86 (november 1978) is aangege ven dat niet alleen de golven, maar ook de wa terstand de belasting op de kering bepaalt, en dat de ontwerpbelasting berekend is uit de si multane kansverdeling van zowel golven als waterstanden. Om de stormvloedkering zo te kunnen ontwerpen dat hij bestand is tegen een storm met een overschrijdingsfrequentie van 1/4000 per jaar, is de meetduur van de golfregi- straties in ieder geval te kort, zodat met een ex trapolatie zal moeten worden gewerkt. Ten tweede komen bij de bouw van de storm vloedkering situaties voor waarbij de golfbewe ging enige uren tot enige dagen van tevoren be kend moet zijn. Het neerzetten van een pijler kan bijvoorbeeld niet plotseling worden onderbro ken. Hetzelfde probleem doetzich voor in de Eurogeul, de aanvoerroute naar Rotterdam, waar diepstekende tankers tijdens hun vaart door de geul niet overvallen mogen worden door hoge golven. Zowel voor de extrapolaties naar extreme om standigheden als voor de golfverwachtingen op korte termijn is een theorie nodig die de golfbe weging op voldoende betrouwbare wijze be schrijft. Zo'n theorie is inderdaad ontwikkeld. In dit theoretisch model wordt het onregelmatige zeeoppervlak als het ware uiteengerafeld in on eindig veel regelmatige sinusvormige golven, ieder met een eigen golfhoogte en golfperiode (fig. 5). Golven ontstaan doordat de wind energie over draagt aan het wateroppervlak. Men heeft ge tracht dit verschijnsel wiskundig te beschrijven

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 41