door vier stadia te onderscheiden in de groei van golven. In het eerste stadium, zo is uit proe ven op zee en in laboratoria gebleken, groeit een golfcomponent lineair, dat wil zeggen dat de energie ervan met de tijd constant toeneemt. Nu blijkt dat de snelheid van de wind varieert met de hoogte boven het wateroppervlak, van vrijwel nul vlak boven het water tot een zekere grootte op de standaardmeethoogte van 10 me ter. Naarmate een golf hoger wordt, voelt hij als het ware meer van de wind, waardoor de ener gie-overdracht toeneemt. De golf wordt daar door nog verder opgezet, wat vervolgens weer leidt tot een grotere energie-overdracht, enz. In het tweede stadium is dan ook sprake van een zogenaamde exponentiële groei (fig. 4). Verder is gebleken dat de golfcomponenten niet alleen rechtstreeks door de wind worden opgewekt, maar dat er ook een samenspel is met de an dere golfcomponenten, die, vooral in het derde stadium, wat van hun energie afstaan aan een nieuwe golfcomponent. Tenslotte treedt in het vierde stadium een verzadigingstoestand op, waarbij evenveel energie wordt afgegeven als er door de wind wordt toegevoerd. De afgifte van energie vindt vooral plaats door inwendige wrijving, breking en energieverlies aan de bo dem. In het verzadigingsgeval spreekt men van volgroeide zeegang. Tot nu toe is alleen gesproken over golven die groeien of even hoog blijven onder invloed van de wind. Een heel nieuwe situatie ontstaat wan neer de golven worden onttrokken aan de wer king van de wind, bijvoorbeeld wanneerde wind gaat liggen, het windveld zich verwijdert, of wanneer de golven het windveld uitlopen. We spreken dan van deining. Het uiterlijk van de golven verandert nu belangrijk: de witte koppen 100

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 42