is daarentegen groot. Sluiten op binnenpeil be tekent dat niet wordt gesloten op de laagwater- kentering, maar dat gewacht wordt totdat de binnenwaterstand een bepaald peil heeft be reikt. In figuur 3 is dat peil gesteld op N.A.P.; het kan echter ook op verscheidene andere hoogten worden gekozen. Het gevolg is dat men de bin nenwaterstand redelijk nauwkeurig kan instel len op een vooraf gekozen peil. Het verval over de stormvloedkering is groter dan bij een laag- waterkenteringssluiting, maar het maximale verval in gesloten toestand is kleiner. Bij de zogenaamde reductorstrategie (fig. 4) wordt de stormvloedkering op de laagwaterken- tering gedeeltelijk gesloten. De overblijvende opening wordt zo gekozen dat de binnenwater stand, die nu niet stagnant is maar variabel, on der een bepaald voorgeschreven peil blijft. Het verval over de stormvloedkering is tijdens het sluiten gering, en ook in gedeeltelijk gesloten toestand is het niet groot. Tot nu toe bespraken we situaties waarin wordt gesloten op basis van een voorspelde buiten waterstand. Er kan echter ook worden gesloten op basis van een optredende waterstand. Bij zo'n sluiting op alarmpeil wordt de sluiting pas ingezet op het moment dat de buitenwaterstand het alarmpeil overschrijdt. Dit leidt tot relatief hoge binnenwaterstanden na het sluiten. Het verval over de kering is tijdens het sluiten groot, het maximale verval in gesloten toestand daar entegen betrekkelijk klein. Ook het weer openen van de kering kan op ver schillende manieren verlopen. In defiguren 2 tot en met 5 is steeds geopend op het moment dat de buiten waterstand zakt tot benenden de binnenwaterstand. Indien er gewerkt wordt met voorspelde buitenwaterstanden is er ook een tweede manier van openen moge lijk: namelijkophetmomentdatde buiten waterstand zakt tot onder de binnenwater stand, nu echter met de restrictie dat het eerst volgende voorspelde hoogwater aan de buiten zijde van de kering onderhetsluitpeil blijft. Is het voorspelde hoogwater hogerdan het sluitpeil, dan blijft de stormvloedkering dicht. Men wil namelijk niet de kans lopen dat er opnieuw gesloten moet worden tijdens een zware storm. Figuur 6 toont twee manieren van openen volgend op een sluiting op hoog bin nenpeil. De tweede manier heeft een langere duur van de stagnante waterstand tot gevolg. Voor het bepalen van de hydraulische omstan digheden bij de verschillende manieren van openen en sluiten van de stormvloedkering is gebruik gemaakt van een wiskundig model, dat bij een gegeven verloop van de buitenwater 106 stand en een gegeven manier van sluiten en openen het verloop van de binnenwaterstand berekent. Met dit model is een groot aantal be rekeningen uitgevoerd. Daarvoor werd gebruik gemaakt van buitenwaterstanden die zijn opge treden bij stormen tussen 1920 en 1970. Tevens zijn de buitenwaterstanden van enkele extreme stormen gebruikt. De maximale waterstanden hebben een frequentie van 1 maal per 4000 jaar. Deze waterstanden zijn nog nooit in werkelijk heid voorgekomen, maar ze zijn berekend met behulp van een wiskundig model van het K.N.M.I. Uit deze berekeningen zijn de maximale verval len af te leiden die kunnen optreden tijdens het sluiten van de kering, alsook de maximale ver vallen in gesloten toestand, en het verloop van de binnenwaterstand. Voor het ontwerp van de stormvloedkering zijn natuurlijk juist deze maximale waarden bepa lend. Uit de berekende vervallen bij de opgetre den en bij de extreme stormen zijn overschrij- dingsfrequentie-verdelingen afgeleid, zowel voor de vervallen tijdens sluiten, als voor die in gesloten toestand (fig. 7). Bij de daar als voorbeeld gegeven lijnen liggen het sluitpeil en het alarmpeil beide op N.A.P. 2,75 m. Bij het sluiten op binnenpeil ligt dit peil op N.A.P. - 0,15 m. De overschrijdingsfrequentielijnen hangen af van de hoogte van het sluitpeil en het alarmpeil. De stormvloedkering is nu zo ontworpen dat al le genoemde strategieën van openen en sluiten mogelijk zijn. Dit betekent dat voor het verval tij dens een sluiting is uitgegaan van sluiting op alarmpeil. Voor het verval in gesloten toestand is sluiten op de laagwaterkentering als maatge vend aangenomen. Van de overschrijdingsfre- quentielijnen zoals die in figuur 7 zijn weer gegeven, is gebruik gemaakt bij het vaststellen van de randvoorwaarden voorde stormvloed kering. We zullen nu nog even ingaan op het BARBOTI- project. In dit project wordt de operationalise ring van de ontwikkelde strategieën ter hand ge nomen. Elk van de deelontwerpen die hierbij aan de orde komen - Beslissen, Organisatie, Training en Informatie - zal kort worden toege licht. Bij het operationele beheer van de storm vloedkering zijn twee typen beslissingen te on derscheiden. Het eerste type betreft de beslis sing of de stormvloedkering op grond van voor spellingen van de buitenwaterstand of van ern stige verontreiniging van het Noordzeewater nabij de monding van de Oosterschelde in actie moet komen. Een positieve beslissing impli ceert dat de organisatie van de stormvloedke ring in paraatheid moet worden gebracht. Het tweede type beslissingen heeft betrekking op

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 48