Hieruit blijkt dus dat niet alleen het Deltagebied
als geheel, maar zelfs elk van de aangegeven
bekkens of gebieden afzonderlijk een overwin-
teringsgebied voor watervogels is van interna
tionale betekenis.
Zo beschouwd hebben deze cijfers voor de
niet-ingewijde slechts een beperkte betekenis.
Ze kunnen meer betekenis krijgen wanneer ze in
groter verband met die van andere gebieden
kunnen worden vergeleken. Voor 35 vogelsoor
ten waren voldoende gepubliceerde gegevens
beschikbaar om een overzicht te maken van ge
bieden in West-Europa waar de normen in janu
ari worden overschreden.
Dit overzicht kan niet geheel volledig worden
gemaakt, omdat van sommige gebieden onvol
doende vogeltelgegevens beschikbaar zijn. Bo
vendien is de aard van de gepubliceerde gege
vens soms zodanig, dat het moeilijk is om te
concluderen tot betrouwbare cijfers voor een
groter geheel. In de overzichtsartikelen van de
resultaten van de internationale watervogeltel
lingen en aanvullende publikaties is gezocht
naar gebieden die een functionele eenheid vor
men, met oppervlakten tussen 1000 en 4000
km2. De keuze van de grenzen van de be
schouwde gebieden is arbitrair.
Er konden in West-Europa op deze wijze 55 ge
bieden worden gevonden waar de normaantal
len van één of meer vogelsoorten in januari
werden overschreden.
De resultaten van deze evaluatie zijn in figuur 2
weergegeven voor 5 soorten zwemeenheden,
voor 10 soorten duikeenheden met Meerkoet,
voor 9 soorten ganzen en Kleine Zwaan, voor 11
soorten steltlopers en Bergeend en voor alle 35
vogelsoorten tezamen. Uit de figuren noteren
we enige interessante feiten.
Voor de vijf beschouwde soorten zwemeenden
blijkt het Deltagebied de hoogste totale norm-
overschrijding in West-Europa te behalen. De
Marismas G'quivir in Spanje volgt op de tweede
plaats, maar is maar half zo belangrijk.
Voor de negen beschouwde duikeendsoorten
en de Meerkoet blijkt het IJsselmeer de hoogste
normoverschrijding in West-Europa te behalen.
De overige topgebieden in West-Europa voor
deze soorten liggen alle in Denemarken. Voor
de ganzen en zwanen blijken de Firth of Forth in
Schotland en de Alborg Bugt in Denemarken de
hoogste normoverschrijding te behalen. Hierna
volgt het Deltagebied, terwijl ook het IJsselmeer
en Friesland tot de topgebieden van Europa
kunnen worden gerekend. Bij de ganzen zijn cij
fers beschouwd van zeven soorten, die echter in
dit verband worden onderscheiden naar in to
taal 14 verschillende fly-way-populaties. In de
Firth of Forth overwintert een groot deel van
twee van zulke fly-way-populaties, en in de Al-
borg Bugt zelfs één fly-way-populatie in zijn ge
heel. Deze gebieden vervullen dus een volstrek
te sleutelfunctie voor de betreffende populaties.
En zo zijn er nog meer gebieden in West-Europa
waar meer dan 50% van een fly-way-populatie
overwintert.
Dit is niet zozeer het geval in de Nederlandse ge
bieden afzonderlijk, maar wel als men ze be
schouwt als een totaal. Van de Kolgans over
wintert gemiddeld meer dan 50% in Nederland;
in strenge winters nog veel meer. Van de Riet
gans is het gemiddelde 30%, maar in strenge
winters ligt het ver boven de 50%. Van de
Brandgans overwintert gemiddeld meer dan
70% van de Siberische populatie in Nederland.
Ook voor de Kleine Zwaan is het gemiddelde
aantal overwinteraars meer dan 50%. Voor de
steltlopers en de Bergeend - ook een typische
Tabel 1. Overschrijding van de éénprocentsnorm in het Deltagebied
Bekken of gebied
Aantal soorten
Totale norm
overschrijding
Haringvliet
2
33,0
Hollands Diep
3
5,0
Biesbosch
6
11,6
Krammer-Volkerak
3
5,0
Grevelingenmeer
3
5,3
Oosterschelde
17
65,6
Veerse Meer
6
14,8
Westerschelde
14
30,5
Voordelta
3
10,7
Binnendijkse gebieden Zuid-Holland
2
4,4
Binnendijkse gebieden Zeeland
5
28,8
Gehele Deltagebied
30
253,2
65