Fig. 7. Slibgehalte en poriën- gehalte bepalen de verdicht- baarheid van de grond. 0 5 10 15 20 25 SLIBGEHALTE daarvan was tweeërlei: allereerst moest het ver dichtingsproces, in feite alles wat met de tril- naalden te maken heeft, worden getest en geop timaliseerd. Verder diende de juiste strookaf- stand, dat is de afstand tussen de opeenvolgen de trilnaaldrijen waarbij nog voldoende verdich ting wordt verkregen, te worden vastgesteld. De onderzochte strookafstanden waren 4,5,6 en 7 m. Het controle-onderzoek, bestaande uit continu- boringen, sonderingen en dichtheidsmetingen, is hierbij, evenals gebeuren zal bij het toekom stige werk in de as, uitgevoerd door de geopon- ton Johan V en de duikerklok. In een later Berichtzal nader worden ingegaan op de resultaten van de proefperiode, en op de ervaringen met het verdichten in de as van de stormvloedkering. 138

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 24