to's werden vervolgens samengevoegd tot een mozaïek. Daarna volgde de analyse. De foto's op p. 144 en 145 geven een detail van het mozaïek, en daarnaast het resultaat van de analyse: de strepen stellen op het oog bepaalde golfkammen voor. Het blijkt dat er in het algemeen plaatselijk meer dan één hoofdrichting aanwezig is. Op grond van deze foto's kunnen wel hoofdrichtin gen worden bepaald, maar uitsplitsing naar fre quenties is niet mogelijk. Terwijl de luchtfoto's werden gemaakt, zijn van uit een helikopter en vanaf een schip directe visuele schattingen gemaakt van de golfrichtin- gen. Op grond van de foto-analyse en de visuele waarnemingen is voor de plaatselijke variatie van de hoofdrichting een uniforme verdeling aangehouden. De spreiding van de golfcompo- nenten rond de gegeven hoofdrichting kan uit het fotomateriaal niet worden bepaald. Dien aangaande zijn bepaalde aannamen gedaan, geldig voor golfvelden die vanaf de Noordzee komen, uit richtingen tussen Z.Z.W. en N.N.W. Aanvankelijk werd de golfvoortplanting vanuit de Noordzee bepaald met de zogenaamde stra- lenmethode; dat is een klassiek model voor de berekening van de refractie van golven. Bij na dere beschouwing bleken de resultaten daarvan echter onvoldoende interpreteerbaar te zijn. olfkammen geven een indruk van de golfrich- ng. Afgezien van de meteorologische omstan- gheden zullen vooral de vlieghoogte en de ge- uikte camera bepalend zijn voor de herken- aarheid van de golfkammen op de foto's. Tij- ens bepaalde stormomstandïgheden is een antal verticaal-opnamen gemaakt van het zee- ppervlak in de mond van de Oosterschelde. Er erden drie tot acht stroken van ongeveer een ometer breedte gefotografeerd, evenwijdig in het tracé van de stormvloedkering. Defo- 143

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 29