gedeelte van het Lodijkse Gat. Verdieping tot
N.A.P. - 12,5 m levert een zand hoeveelheid op
van ongeveer 2,5 miljoen m3. Gaan we verder,
en halen we het zand weg tot N.A.P. - 15 m, dan
kan zelfs 5 miljoen m3 gewonnen worden.
Ook op een andere plaats ten westen van het
tracé van de Oesterdam kan zand worden ge
wonnen, en wel in het Tholense Gat. Afhankelijk
van de oppervlakte van de winplaats kan daar
0,5 tot 2 miljoen m3 ter beschikking komen.
Ten oosten van de Oesterdam is zand te winnen
in een gebied dat gevormd wordt door het Tho
lense Gat, en dat zich verder uitstrekt tot aan het
Bergse Diep. Hier komt minstens 4 miljoen m3
specie vrij, maar bij vergroting van het win-
oppervlak kan dat nog aanzienlijk meer worden.
Tussen de Molenplaat en het industrieterrein
Noordland bij Bergen op Zoom ligt nog een ge
bied waar zand aan kan worden ontleend; in
combinatie met het storten van onbruikbare
specie uit het lozingskanaal voor het Zoommeer
zou hier goede specie kunnen worden wegge
zogen tot een hoeveelheid van 1 miljoen m3.
Ten slotte heeft de projectgroep zandwinning
overwogen ter plaatse van een mogelijk aan te
leggen randmeer bij Bergen op Zoom, binnen
het omkade Markiezaat. Bruikbaar zand wordt
daar echter pas aangetroffen onder een veen-
en kleilaag van 10 m dik. Om daar slibvrij zand
te winnen zal een dure, gespecialiseerde metho
de moeten worden gebruikt. Financieel is dat al
leen het overwegen waard als er een put ont
staat waar slechte specie in kan worden gestort
uit het lozingskanaal van het Zoommeer. Gezien
het tijdschema voor de aanleg van de Oester
dam zou de zandwinplaats die we nu bespreken
alleen dienst kunnen doen bij de aanleg van het
dam vak over de Speelmansplaten. Er zou dan
1,5 miljoen m3 kunnen worden gewonnen.
Bij het bepalen van mogelijke zandwinlocaties
zijn enkele algemene richtlijnen gevolgd voor
wat betreft het ontzien van natuur en milieu. Zo
wordt er terdege rekening gehouden met de
platen en slikken in dé omgeving. Deze immers
vervullen een belang rijke functie in het ecosys
teem. De bodemdieren en -planten van de pla
ten en slikken worden gegeten door vele hogere
dieren, zoals vissen, krabben, slakken, zeester
ren en vogels. Schelpdieren zoals mossels, kok
kels en oesters, leven vooral tussen de laagwa-
terlijn en N.A.P.-5a- 7 m. Zandwinning in
deze dieptezone is dan ookte ontraden.
Een ander gevaar dat vermeden moet worden,
is dat van zuurstofloze diepe putten. Bij zand
winning op grotere dieptes danN.A.P.-10a
-15 m moet er gewaakt worden voor het vormen
van afzonderlijke putten, waar de uitwisseling
tussen de verschillende waterlagen tot stilstand
Fig. 1. Overzicht van de onder
zochte zandwinlocaties.
KRAMMEftSUJIZEN
154