Geomorfologische veranderingen op de eilanden en oeverlanden in het Grevelingenmeer s gevolg van de uitvoering van de Deltawer- I rn doen zich in de afgesloten bekkens verande- ngen voor die leiden tot een landschap met adere kenmerken en nieuwe gebruiksmogelijk- rden. De inrichting en het beheer van deze ekkens zal aan de nieuwe omstandigheden ienen te worden aangepast. Een goed inzicht i het ecosysteem vormt hiervoor een onmisba- a basis. de afgesloten bekkens wordt het water op sn min of meer stagnant niveau gehouden, rote oppervlakten van de voormalige getij- ïbieden zijn daardoor permanent boven water c skomen, terwijl andere delen er nu voorgoed nder liggen. et name op de drooggevallen gebieden en in 3 oeverzone doen zich belangrijke landschap- ;lijke veranderingen voor, die samenhangen et veranderingen in de bodem, het grond- ater, de geomorfologie, de vegetatie en de una. Een en ander wordt ook weer, vooral in 3 zone die grenst aan het water, beïnvloed nor de waterkwaliteit en eventuele peilfluctu- ies. dit artikel wordt nader ingegaan op de ver- deringen in de geomorfologie, die zich sedert afsluiting van de Grevelingen in 1971 hebben orgedaan op de drooggevallen gebieden en de oeverzone. De wetenschap der geomorfo- jie houdt zich bezig met het bestuderen van c vormen van het aardoppervlak, zowel op g ate als op kleine schaal. Ze beschrijft en karak- t iseert deze reliëfvormen en brengt ze in k art; ook onderzoekt ze de samenstelling, ont- s aanswijze en ouderdom ervan. Het reliëf is te b schouwen als een ecologische component, c e in relatie staat tot de andere landschaps- c mponenten. Bovendien vormt het, samen r et vooral de vegetatie, een belangrijk visueel a peet van het landschap. h ;t geomorfologisch onderzoek dat in het Gre- v iingenbekken is uitgevoerd, maakt onderdeel i van een meer uitgebreid landschapsecologi- s he studie. I\ at behulp van luchtfoto's en terreinverkennin- c n zijn geomorfologische kaarten gemaakt waarop de ligging van de reliëfvormen is vast gelegd. Vooral in de eerste jaren na de afsluiting werden daarnaast regelmatig metingen uitge voerd om veranderingen in stuifgebieden, oeverzones en dergelijke te kunnen volgen. De resultaten van deze studie zijn en worden ge bruikt bij het opstellen van inrichtings- en be heersplannen van drooggevallen gebieden; de verkregen kennis kan tevens worden gebruikt voor prognoses aangaande ontwikkelingen die in de toekomst in gelijksoortige gebieden, zoals bij voorbeeld het Zoommeer, kunnen optreden. Ontstaan van het Grevelingenmeer De vorm van het Grevelingenmeer is in de loop der eeuwen ontstaan door bedijking van het omliggende land. Zo blijkt de Grevelingen al op het kaartbeeld uit de 13e eeuw vaag herkenbaar (figuur 1). Afgezien van enkele bedijkte gebieden, vooral aan de zuidkant, had het gebied toen nog duide lijk het karakter van een echt getijde-landschap, met vele getijgeulen en platen. De Grevelingen stond via vele kreken en geulen in verbinding met het Haringvliet en met de Schelde. In de loop der eeuwen zijn vele platen, slikken en schorgebieden met wisselend succes ingedijkt en werden vele kleinere geulen tussen de eilan den afgedamd. Zo kreeg de Grevelingen uiteindelijk zijn huidige vorm. Met de sluiting van de Grevelingendam in 1965 en van de Brouwersdam in 1971 werd het getij uitgebannen; toen ontstond het Grevelin genmeer. Vóór de afsluiting in 1971 werd het landschap pelijk en geomorfologisch karakter van het bek ken volledig bepaald door de invloed van het 157

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 43