3* VERONDIEPINGEN, MEER DAN 100m I VERDIEPINGEN, MEER DAN 1.00m In gebieden waar zeer sterke geulverplaatsin gen optreden, groter dan de breedte van de geul, zoals het geval is bij enkele ebscharen in de omgeving van de Schaar van Onrust, bereikt men met deze methode echter geen bevredi gende resultaten. In deze gebieden is de ontwik keling van het dieptelijnenpatroon gevolgd en geëxtrapoleerd. Bij deze methode is sprake van een extrapolatie in drie dimensies, waarbij voor een juiste interpretatie inzicht vereist is in de morfologische processen. Bij de verwerking van de beschikbare gegevens is eerst nagegaan of er gebieden waren waar de diepteveranderin gen in de periode 1973-1977 zo klein zijn, dat verdere wijzigingen in dezelfde trend geen merkbare invloed zullen hebben op het stroom- patroon in de omgeving van de Oosterschelde- kering. Als criterium is hierbij aangenomen een diepteverandering van minder dan 0,3 m over 182 Fig. 2en3. Verdiepingenen verondiepingen tussen 1973 en 1977, groter dan 30 cm (boven) en groter dan 1 m.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1980 | | pagina 12