wwuuuu
WW
W W WW
STORTNUMMER A CUNETPROEIEL
g. 5. Schema van de uitein-
elijk gevolgde procedure.
g. 6. Analyse van het zand
erlies bij bakkenklappen.
de hopper terecht; in feite wordt geen zand ge
zogen, maar een zand-watermengsel. Het po
riëngehalte van het zand in de beun van de hop
per bedraagt wel 48 a 50%. Wanneer ditzelfde
zand wordt geklapt, blijkt het op de bodem een
poriëngehalte van 40 tot 42% te hebben. Eén
kubieke meter zand in de beun van de hopper
komt dus overeen met 0,85 a 0,90 m3 geklapt
zand op de bodem. Dit verschijnsel staat bekend
als de 'uitlevering' van zand ten gevolge van het
klappen; de uitlevering bedraagt dus 10 a 15%.
Bij het klappen van zand komt niet al het zand
binnen het gewenste profiel terecht. Alleen wat
binnen het theoretische profiel terecht komt,
draagt bij tot het netto-rendement van het klap-
proces.
Met behulp van echolodingen, die dagelijks
werden uitgevoerd, kon voor het bakkenklap-
187