at doel heeft de essentie van de dingen chtbaar te maken, is voor de vormgeving van e dammen in de Oosterschelde de tweeledig- eid veiligheid/milieu als uitgangspunt enomen. De verwezenlijking daarvan wordt ader andere bereikt door een duidelijk iderscheid te maken tussen hoofd- en zaken. Dat wil zeggen dat secundaire ementen ondergeschikt worden gemaakt aan lineaire hoofdvorm. Verder wordt gepoogd karakteristieke weidsheid van de Ooster- helde ervaarbaar te maken, de milieuverschil- n tussen zoet en zout aan weerszijden van de mpartimenteringsdammen te laten zien, en de Oosterschelde-kering een visuele relatie scheppen tussen de Noordzee en de Ooster- helde, die getuigen moet van hun blijvende ologische samenhang. ast de verkeersfunctie, de recreatieve actie en de belevingsfunctie zouden de mmen of hun directe omgeving mogelijk k nog een functie kunnen vervullen voor de serij of voor het natuurbehoud. Voor de jsterschelde-kering wordt voorts nog gegaan in hoeverre nieuwe systemen van ergiewinning kunnen worden ingepast, samenwerking met de uitvoerende diensten rdt momenteel in breed samengestelde jject- en werkgroepen van deskundigen werkt aan het ontwikkelen van alternatieve p nnen voor de vormgeving, inrichting en I; ;dschappelijke inpassing van de dammen. In c ze projectgroepen is ook de hoofdafdeling i ieu en Inrichting vertegenwoordigd. De op t stellen alternatieven, waarin de vormgeving i hoofdlijnen wordt aangegeven, worden 0 ;oetst aan hun waarde voor de natuurlijke wikkelingen, de fauna, de vegetatie, de s lelpdiercultures, de visserij - waaronder de ortvisserij -, de recreatie en het verkeer; ook v rdt rekening gehouden met uitvoerbaarheid, f neer en kosten. Tegelijk wordt nagegaan in everre de bestemmingen die door de urgroep Oosterschelde zijn gepresenteerd, nen de uitgewerkte vormgevingsvoorstellen nnen worden gerealiseerd, dat een keuze uit de vormgevingsalternatie- is gemaakt, wordt die bij de verdere nuitwerking vertaald in detailplannen ten 1 noeve van de besteksvoorbereiding. Zo v rdt dan onder meer aandacht besteed aan cl afwerking en aankleding en détail van t vers, taluds, stranden en andere potentiële t einen voor dagrecreatie, en van de ontslui- t gswegen. 6 cieberging en zandwinning behoeve van de uitvoering van de water bouwkundige werken in het Deltagebied worden grote hoeveelheden grond verzet. Het is vanzelfsprekend voor het milieu niet onver schillig hoe dat gebeurt. Milieukundige begeleiding van de zandwinning en specieber ging is daarom van groot belang. Enerzijds vinden in het Deltagebied grote ontgravingen plaats, waarbij bruikbare specie kan vrijkomen. Dit gebeurt op grote schaal bij de aanleg van de Oosterschelde-kering. Hier wordt totaal 12,5 miljoen m3 ontgraven, waarvan ongeveer 90% weer gebruikt wordt, onder andere voor dijkversterking langs de Oosterschelde, voor de ophoging van terreinen op de werkeilanden, voor de aanleg van damaanzetten en voor het suppleren van zand ten behoeve van de strandvorming aan de zeezijde van het damvak Geul. Het zand is afkomstig van de ontgraving van een cunet in het tracé van de kering en van het baggeren van havens en vaargeulen. Tijdens het weggra ven of baggeren kan ook onbruikbare specie vrijkomen, die voornamelijk bestaat uit fijn zand, slib en eventueel veen. Een voorbeeld daarvan is de specie die vrijkomt bij de ontgraving van het Spuikanaal Bath, en bij de verbreding van het Kanaal door Zuid-Beveland. Het eerstgenoemde werk levert ongeveer 8 miljoen m3 voor het grootste deel onbruikbare specie op, het andere 11 tot 15 miljoen m3, eveneens voor een groot deel onbruikbaar. Aan de andere kant is er zand nodig voor de aanleg van dammen en voor het aanbrengen van grondverbeteringen. De aanleg van de compartimenteringsdammen achterin de Oosterschelde vereist bij voorbeeld 13 miljoen m3 zand, 8 miljoen m3 voor de Oesterdam en 5 miljoen m3 voor het sluiten van de Philipsdam. Ook wordt grof zand gewonnen voor de aanvulling van de cunetten die gegraven zijn in het tracé van de Oosterschelde-kering. Ter beantwoording van de vraag waar op verantwoorde wijze zand gewonnen en specie geborgen kan worden, zijn werkgroepen geïnstalleerd, die tot taak hebben de voor- en nadelen van mogelijke win- en stortplaatsen te onderzoeken. Zij moeten de volgende aspecten in beschouwing nemen: milieu en landschap, visserijbelangen, planologische en juridische procedures, waterloopkunde, scheepvaart en dan natuurlijk kwaliteit van de grondspecie, kosten en uitvoering. In dit artikel zullen we alleen de milieu-aspecten nader beschouwen. Bij specieberging kunnen de milieu-aspecten geheel verschillend zijn, afhankelijk van de aard van de bergingslocatie. Het is bij voorbeeld mogelijk dat een binnendijkse berging wordt 243

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 17