overwogen, zoals het geval was bij de voorma lige schorren van Ossendrecht, destijds als mogelijke plaats van specieberging genoemd in de 'Nota Specieberging Lozingsmiddel Zoommeer'. De natuurlijke differentiatie die, zowel op fijne als op grove schaal, in dit gebied na de bedijking heeft ingezet, kan leiden tot een waardevolle natuurlijke ontwik keling. Dit komt onder andere tot uiting in de vestiging van zeldzame broedvogels en de gevarieerde ontwikkeling van de vegetatie. In de Ossendrechter schorren zijn de geul- en kreekpatronen die aansluiten op soortgelijke patronen in het buitendijkse gebied, nog duidelijk herkenbaar. Specieberging in een dergelijk gebied zou aantasting betekenen van reeds bestaande of mogelijk te ontwikkelen natuurwaarden. Specieberging in intergetijdegebieden - dus tussen de lijnen van gemiddeld laag- en gemiddeld hoogwater - heeft weer geheel andere gevolgen voor het milieu. In de 'Nota Specieberging Lozingsmiddel Zoommeer' werden bij voorbeeld locaties genoemd ten westen van de Oesterdam nabij de Kreekrak- sluizen, en ten noorden van de Molenplaat. Een gevoelig ecosysteem als dat van de Oosterschelde legt echter duidelijke voorwaar den op aan de manier waarop fijnkorrelig en veenrijk materiaal er geborgen moet worden. Ter voorkoming van uitwaaiering van slib en veen in het betrekkelijk schone water van de Oosterschelde zijn vanuit de milieukunde maatregelen voorgesteld, zoals omkading van speciebergingslocaties in het intergetijdege- bied. De negatieve gevolgen van de versprei ding van slibwolken spelen trouwens ook een rol als het om zandwinning gaat. Naast 'passieve' vormen van het bergen en Sonaropname van de bodem- topografie in de Bocht van Sint Jacob, met sporen van zand- winactiviteiten. 245

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 19