consumptie en de mineralisatie. Voor de Oosterschelde is bovendien waarschijnlijk een vierde proces van essentieel belang, namelijk het transport van voedsel vanuit de Noordzee. Die vier processen vormen ook de basiselemen ten waarop het onderzoek naar de globale voedselbalans is gericht. Sterk geschematiseerd voorgesteld vormen het transport en de primaire produktie de ene kant van de balans, en de consumptie en mineralisatie de andere kant. Verandering in één van de processen kan van invloed zijn op het functioneren van het gehele ecosysteem. Het doel van het onderzoek is na te gaan of, en zo ja, welke veranderingen in de voedselketens verwacht kunnen worden na 1985. Om tot kwantitatieve uitspraken over de nieuwe uitgangssituatie te komen is globale kennis onontbeerlijk over de voedselketens in de huidige situatie, en de milieufactoren die 256 daarvoor bepalend zijn. Het globale in de benadering van de voedsel balans betekent voor het onderzoek dat het accent ligt op de kwantitatief belangrijkste stofstromen en op de in biomassa gewichtigs e groepen van organismen. Als leidraad voor het onderzoek kan figuur3 gelden. De relatieve grootte van de verschillen de stofstromen en de biomassa's is geschat oo grond van eerdere studies. In deze schattingen zit nog een ruime foutenmarge, doordat ze nog onvoldoende steunen op werkelijk gemeten waarden. Aan de hand van de vier genoemde sleutelpro cessen, transport, primaire produktie, consump tie en mineralisatie zal het onderzoek, dat in 1980 van start is gegaan, nu nader worden toegelicht. In het project wordt tevens aandac it geschonken aan de soortensamenstelling, aan

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 30