n t Fig. 3. Vermoedelijke omvang er, samenhang van de voe- dingsstoffenstromen in de eco logie van het Oosterschelde- gebied. filtratie van het water door schelpdieren, waarbij de zwevende organische bestanddelen worden afgefiltreerd en deels als pseudo-faeces afgezet op de bodem, of ook van directe sedimentatie in bepaalde delen van de Ooster- schelde. In hettransportonderzoek wordt ook onderzocht op welke wijze het transport plaatsvindt en hoe de relaties liggen tussen de omvang van het transport en onder meer de stroomsnelheden, de waterbeweging, vooral de uitwisseling met de Noordzee, en morfologische factoren. Als deze relaties bekend zijn, kan met behulp van modelberekeningen worden nagegaan of met de verandering van de uitwisseling met de Noordzee en de stroomsnelheden na 1985 ook de voedselimport naar de Oosterschelde, of de verdelingen van de import over het bekken verandert. I PRIMAIRE PRODUKTIE VISSEN GARNALEN -DIERLIJK - PLANK TON 1 MINERALISATIE BODEMALGEN FILTREERDERS O.A. MOSSELS KOKKELS WATER BODEM M O.A. VISSEN. VOGELS MINERALISATIE OVERIGE GROTE BODEMDIEREN DETRITUS KLEINE BODEMDIEREN STOFSTROOM200 TON ORGANISCHE STOF PER DAG _DM STOFSTROOM T.G.V. METABOLISME( O.A. ADEMHALING) 259

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 33