elke dure aanschaf, is het zinvol zich af te vragen of er daarnaast nog meer nuttige gebruiksdoelen zijn. Een derde milieukundige opgave is daarom het zoeken naar gebruiksmo gelijkheden die ten goede kunnen komen aan het behoud van het huidige ecosysteem. Dit is een uiterst moeilijke materie, omdat menselijk ingrijpen in de natuur niet zelden schadelijke nevengevolgen heeft. Binnen dit probleemveld valt ook het beoordelen van de ecologische gevolgen van eventuele andere gebruiksdoelen, zoals het verhinderen van dijkvallen. Gezien het nog prille stadium van onderzoek gaan we hier in dit artikel niet nader op in. Welke uitwerking het gebruik van de Ooster- schelde-kering tijdens stormvloeden zal hebben op het natuurlijk milieu, is in de eerste plaats afhankelijk van de vraag of de schuiven geheel, dan wel gedeeltelijk worden gesloten. Bij een gedeeltelijke sluiting blijft het verloop van de binnenwaterstand veel gelijkenis vertonen met een normaal getij. Een volledige sluiting veroorzaakt een binnenwaterstand die quasi-stagnant kan worden genoemd. Een gedeeltelijke sluiting zal dus veel minder effect hebben op het natuurlijk milieu, misschien zelfs geen enkel, vooropgesteld dat zo'n gedeeltelijke sluiting alleen wordt toegepast tijdens stormvloeden, dat wil zeggen hoogstens enkele keren per jaar, en dan nog buiten het groeiseizoen. Maar zekerheid kan hieromtrent pas worden verkregen na 1985, op grond van zorgvuldige bestudering van de feitelijke reactie van het ecosysteem op de dan optre dende blijvende reductie van het getij, die immers als een gedeeltelijke sluiting kan worden opgevat. Uit deze studie moeten ook de eventuele effecten blijken van het neerlaten van een aantal schuiven voor reparatie of Kreek in een schorgebied. Fig. 3. Voorbeelden van duur hoogte-combinaties die kun nen voorkomen in quasi-stag nante situaties. s: DUUR IN UREN 264

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 38