tieven is opgenomen, een belangrijke rol gespeeld. Wanneer dit Randmeer wordt afgescheiden van het Markiezaatsmeer kan he;, zonder daar schade aan te berokkenen, voor intensieve recreatie worden ingericht, daarmee de potentieel op het Markiezaat ge ichte recreatiedruk afleidend. In waterhuishoudkundig opzicht biedt een Randmeer het voordeel dat lozingen vanuit de stad en vanuit de Augustapolder op het Me rkiezaatsmeer direct naar het Randmeer ku nen worden doorgeleid. Zonder dat de we :erkwaliteit van het Randmeer daardoor on leschikt zou worden voor de recreatie, wordt op deze wijze wel een betere waterkwali- tei in het Markiezaatsmeer verkregen. Ee Randmeer zou ook een landschappelijk element van betekenis kunnen vormen. De his orische ligging aan het water van de stad Be; gen op Zoom kan op deze wijze opnieuw wc den benadrukt. In recreatief opzicht biedt het Randmeer vooral mogelijkheden voor de kle ie watersport en de oeverrecreatie. In I et Markiezaatsgebied zijn verder op vet chillende plaatsen mogelijkheden aanwezig vo< r oeverrecreatie en voor extensieve vor nen van recreatie, zoals wandelen en fiet en. Het bufferbekken dat een onderdeel vor nt van het thans nog niet functionerende zou zoet-scheidingssysteem van de Kreekrak- slu en, is in principe geschikt voor plankzeilen, zwt nmen en sportvissen. Plankzeilen vindt er nu eeds plaats. De beide andere mogelijkheden zijn sterk afhankelijk van de waterkwaliteit te zijn r tijd. Of recreatie ook later kan worden toe estaan, zal sterk afhankelijk zijn van het beheervan het sluizencomplex. Hettoekomstige Ma dezaatsmeer zelf biedt, vanwege de over het Igemeen vrij geringe diepte, slechts mogelijkheden voor de kleine watersport. Als er zich waterplanten gaan ontwikkelen, wordt echter ook deze mogelijkheid onzeker. Recreatief gebruik van het Markiezaatsgebied kan ongunstige gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het natuurlijk milieu, onder andere door vermindering van de waterkwaliteit en beïnvloeding van levensgemeenschappen door andere oorzaken, trouwens alleen al door ruimtebeslag. Uit de doelstellingen kan worden afgeleid dat, bij een recreatief gebruik van het gebied, een geïntegreerde ontwikkeling van natuur en recreatie moet worden nagestreefd. Thans kan echter nog niet worden aangegeven welk aantal recreanten in dit verband toelaatbaar moet worden geacht. Dit leidt tot een voorzichtige op stelling ten aanzien van de recreatieve ontwik kelingen, in ieder geval indiezindatmener een duidelijke fasering aan ten grondslag wil leggen. Elke fase dient te worden gevolgd door een periode van waarnemingen en evaluatie. Verdere studie heeft geleid tot twee alterna tieven voorde eerste ontwikkelingsfase van de recreatie. In de eerste fase kunnen zowel het Randmeer als het bufferbekken bij de Kreekrak- sluizen voor recreatie worden opengesteld, aangevuld meteen opzet op bescheiden schaal ter plaatse van de aansluiting van de Markie- zaatskade aan het complex van de Kreekrak- sluizen. Maar men kan zich ook een eerste fase denken met alleen een Randmeerproject, aan gevuld met een opzet op bescheiden schaal langs de zuidzijde van de Molenplaat; het buf ferbekken bij de Kreekraksluizen verkrijgt dan een meer naar binnen gekeerde ontwikkeling. Het voorgaande behelst slechts een globale verkenning van enkele aspecten van de inrichtingsproblematiek van het Markiezaatsge bied. De verdere uitwerking moet worden bezien in samenhang met de resultaten van andere studies, bij voorbeeld die naar het landschapsplan. Waterhuishouding Op het gebied dat straks het Markiezaatsmeer zal vormen, loost thans in het zuiden de Hoogerwaardpolder zijn overtollig oppervlakte water; aan de oostzijde lozen er de polders de Blaffert en Augusta op. Beide laatste gebieden bestaan overwegend uit hoge zandgronden. In het Markiezaat bevinden zich verder een overstort van de riolering van Bergen op Zoom en een overstort van de regionale afvalwater persleiding naar Waarde. Het overstort van de riolering van Bergen op Zoom werkt alleen bij hevige regenval en het overstort van de afvalwaterpersleiding alleen 277

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 51