Ten geleide e bijzondere verwevenheid van het werk van de ijkswaterstaat met de samenleving en met het- ;een deze samenleving bezighoudt, treedt in et Deltagebied wel zeer duidelijk aan het licht, e waterstaatswerken in het kader van het Del plan grijpen diep in in de ruimtelijke ontwik- ling van het gebied en in de omstandigheden n wonen en werken, terwijl ook aan de na- urlijke functies nieuwe grenzen worden esteld. Het hoeft daarom geen verbazing te ekken dat in het bijzonder de Deltadienst in t afgelopen decennium werd geconfronteerd et de gewijzigde zienswijzen uit de samenle- ng voorzover deze betrekking hadden op de rg die moet worden besteed aan de bestaan- waarden en met name die van het natuurlijke ilieu. m aan de milieuwaarden naast de andere as- cten evenwichtig aandacht te kunnen geven, eende de Rijkswaterstaat dat de Deltadienst et uitsluitend zou kunnen volstaan met advie- n van buiten de dienst. Daarom werd in 1971 n afdeling Milieu-onderzoek opgericht, thans eel uitmakend van de hoofdafdeling Milieu en richting. Deze combinatie met 'inrichting' duidt op dat de aandacht niet alleen is gericht op de fecten van de waterbouwkundige werken op bestaande milieuwaarden. Neen, ook de ef- cten van de werken op andere maatschappe- ke functies in het gebied, denk aan scheep art, visserij, recreatie, enz. dienen zodanig te orden gepresenteerd, dat een goede besluit- orming mogelijk wordt. e afdeling Milieu-onderzoek sluit bij de vervul- ng van haar taak aan bij het werk dat wordt erricht door andere onderzoeksinstellingen, oals het Delta-Instituut voor Hydrobiologisch nderzoek, het Biologisch Station Weversduin, at Rijksinstituut voor Natuurbeheer en het Rijksinstituut voor Visserij-onderzoek. De door de Deltadienst gevolgde koers wordt verwoord in de gekozen hoofddoelstelling: het in samenwerking met anderen vergroten van de veiligheid in het Zuidelijk deltagebied op een zo danige wijze, dat ook de andere betrokken be langen zoveel mogelijk worden gediend, al thans zo weinig mogelijk worden geschaad, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan het handhaven en verbeteren van de bestaande en aan de ontwikkeling van nieuwe ecosyste men. Gedacht wordt hierbij aan de ecosyste men die ontstaan zijn en nog zullen ontstaan in de bekkens achter de dammen en die, naast de zorg van de dammenbouwers, ook de zorg van de huidige en toekomstige gebruikers behoe ven. Deze aflevering van het Driemaandelijks Bericht Deltawerken is in zijn geheel benut om een beeld te geven van hetgeen de hoofdafdeling Milieu en Inrichting, na een ontwikkeling van 10 jaren, in het Deltagebied doet in samenwerking met anderen. De artikelen beogen een indruk te geven van de wijze waarop de Rijkswaterstaat de vraagstukken waarvoor hij zich gesteld ziet, aanpakt. Ik ben er van overtuigd dat de hier ontwikkelde kennis van de ecologie en haartoepassingen van groot belang zijn, niet alleen voor het werk in de Delta, maar ook voor de uitvoering van werken en het voeren van beheer elders in Ne derland en daarbuiten. Daarom wil ik kennisna me van de inhoud van harte aanbevelen. Ir. J. W. Tops, Directeur-Generaal van de Rijkswaterstaat. 231

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1981 | | pagina 5